dinsdag 3 februari 2009

Quod erat enz

Neen, natuurlijk is dat niets om trots op te zijn, dat je behoort tot 'de enige Belgen die nog nooit naar Rock Werchter geweest zijn'. Maar goed, ik ben dan ook niet bij die Facebookgroep omdat ik daar trots op ben, maar gewoon om mezelf te tonen zoals ik ben, dat is zoals een t-shirt dat je aantrekt hé.


Of het helemaal zo ging, weet ik niet meer, maar dat het griezelig klonk en dat de redenering zo doodlopend was als de toekomst van SLP, dat wel. Het was nochtans goed begonnen, vorige vrijdag. Netjes op tijd bij de gastheer- en vrouw, alles onder controle, een spaarzaam leukigheidje hier, een vriendelijk schimpscheutje daar, Italiaans restaurantje ergens bij de Dampoort en daarna nog wat gaan drinken in het centrum. Iedereen doet het, en je voelt je toch maar mooi deel uitmaken van het moderne stadsleven, zo eventjes.

Maar dan komt altijd weer dat moment waarop ik me geroepen voel om het net iets moeilijker te maken dan nodig, bijvoorbeeld omdat iemand beweert dat dat toch niets is om trots op te zijn, dat je nog nooit naar Werchter geweest bent. 'Groot gelijk heb je', had een zelfbeheerstere versie van mezelf geantwoord, 'maar ik heb dan ook al zoveel om trots op te zijn.' Clown heb ik altijd willen zijn.

Helaas was de bescheiden (wat lijken woorden soms toch ongepast) hoeveelheid drank die ik op had er al in geslaagd mijn beoordelingsvermogen dusdanig te vertroebelen dat ik haast reflexmatig overschakelde op de 'laat je niet zomaar doen'-modus waarin ik me in de minder memorabele periodes uit mijn leven bekwaamd heb. Met bovenstaand gedrocht als gevolg.

Mijn tafelgenoten van vorige vrijdagavond vragen zich misschien af waarom ik in godsnaam hierover schrijf, en niet over andere veel zwaarwichtiger zaken waarover we het die avond hadden, of over de Cobratentoonstelling die ik vorige zondag in Brussel bezocht heb (zie foto).

Enerzijds een kwestie van gezond narcisme natuurlijk en anderzijds omdat ik na mijn zware opiniëringsdrang van de afgelopen maand gewoon even aan mezelf wou bewijzen dat ik ook nog altijd gezellig over niets in het bijzonder kan schrijven.

Quod erat demonstrandum.

Al is het dan natuurlijk niets om trots op te zijn.