maandag 21 december 2009

Er is toch zever genoeg

Het is een beproefde gemakkelijkheidsoplossing voor columnisten die weer eens niks voor in hun column wisten, maar het blijft niettemin aangenaam de spot drijven met de comments onder online nieuwsartikels. Maar om al enigszins het clichématige dat volgt aan te kondigen en ook omdat mijn bladspiegel gebaat is bij een foto onder de openingsalinea eerst even dit:


En dan nu terzake, zoals ze bij Canvas zeggen. Het gamma aan belachelijke / idiote / misplaatste / verzuurde reacties is tegenwoordig namelijk verscheurend groot voor wie graag eens de draak wil steken met een van die gefrustreerde vrijetijdsopiniemakers die welhaast als strooiwagens hun mening over de belangrijkste nieuwssites verspreiden, zo mag onder andere blijken uit onderstaande reactie van een lezer van De Standaard op 18 december 2009:

Brussel telt veel werklozen, dus blijkbaar moet er voor diegenen die wel moeten werken niet gestrooid worden. Neem een kijkje in de zijstraten van de Louizalaan- een mooi zicht maar vraag ons niet om op tijd te zijn, ongeacht of je nu met de wagen of te voet bent- levensgevaarlijk. Ze kunnen het water niet zuiveren, laat staan enkele wegen berijdbaar houden. Proficiat Bruxelles.

Geef toe: geniaal in zijn eenvoud. In één comment de werkende Vlaming én de werkloze Brusselaar gelinkt aan een onbestrooide zijstraat van de Louizalaan. Het ongetwijfeld ironisch bedoelde proficiat is niet voor Brussel maar voor Bruxelles. Machtig. De volharding waarmee dit soort commentaarschrijvers alles door een communautaire bril ziet, begint stilaan op een verregaande vorm van sneeuwblindheid te lijken.

Nochtans mist de schrijver enkele open doelkansen en verraadt hij zich aldus als een onbezonnen beginneling. Zo vergeet hij te suggereren dat ze beter die werklozen eens aan het sneeuwruimen zouden zetten, zodat die ook eens iets terugdoen voor de werkende Vlaming in Brussel (die behalve de Brusselse werklozen ook nog eens de Waalse onderhoudt). Hij vergeet ook een allusie te maken op de milieutop in Kopenhagen en de aldaar centraal staande problematiek van de opwarming van de aarde:

Waarom kunnen ze trouwens al die Brusselse werklozen niet inzetten om sneeuw te ruimen, zodat de werkende Vlaming in Brussel op zijn werk geraakt om het onderhoudsgeld voor die werklozen te betalen. Maar nee, terwijl de steuntrekkers thuis genieten van het mooie uitzicht en ze daar in Kopenhagen de opwarming van de aarde proberen tegen te gaan in hun goed verwarmde congreszalen, zullen wij wel ploeteren in de koude en de sneeuw.

Behoorlijk gechargeerd ongetwijfeld, dit zelfverzonnen vervolg, maar op 18 december 2009 omstreeks 12u35, zei Jozef Berghmans:

Ik begrijp het niet meer. In Kopenhagen gaan ze al het mogelijke doen om de sneeuw niet te doen smelten, maar hier in België gaan ze massaal zout strooien om de sneeuw wel te doen smelten. Wat is het nu? Te koud of te warm? Allez, en gij nu.

Eet dat, gij klimatologen aller landen. Oké, er zal altijd wel een Jozef Bergmans zijn om die de verleiding niet kan weerstaan om wat gemakkelijk applaus te oogsten. En wie weet is 't wel humor. Maar Jozef heeft zwaarwegende vrienden, zoals deze politicus uit Oostende, in De Standaard van 11 december:

Waarom zou je water besparen als het in ons land zoveel regent? Er is toch water genoeg?

Dat we daar niet op gekomen waren! Dat drinkwater valt natuurlijk gewoon recht uit de hemel en ten huize Jean-Marie Dedecker (goed geraden) wordt de pasta gekookt met water uit de regenton.

Maar dat is nog lachen. Verontrustend wordt het in opiniestukken als dit van Bart Sturtewagen over het mislukken van de klimaattop in Kopenhagen (De Standaard, 19 december 2009):

De grootste uitdaging blijft uit te breken uit de cirkelredeneringen. Wachten op overheden, op technologie, op gebruikers of op geld levert niets op. Stap voor stap werken aan klimaatstrategieën en -strategietjes is de enige zinvolle weg. Dat was voor Kopenhagen zo en dat is na Kopenhagen helemaal onbetwistbaar.

Vrij vertaald maakt het niet zoveel uit dat autoconstructeurs zwaar gesubsidieerd hun verouderde technologieën blijven gebruiken in plaats van te innoveren. Dat de vleesindustrie zijn secundaire kosten (milieuvervuiling, gezondheidsrisico's door vlees vol antibiotica, CO2-uitstoot door een steeds toenemende veestapel) op de samenleving blijft afwentelen doordat de overheid laat betijen. Dat China en de VS zich niet willen verbinden tot een uitstootbeperking.

Als we maar allemaal netjes blijven sorteren, onze peertjes door spaarlampen vervangen en koken met seizoensgroenten. Als we hier en daar een windmolentje plaatsen om die klimaatdoemdenkers de wind uit de zeilen te halen en ondertussen wat prutsen aan een elektrische wagen die over 20 jaar op de markt komt. Dan komt alles wel goed. We worden allemaal een beetje low impact man light, en hopen dat JMD spontaan meedoet.

En als iedereen zout strooit voor zijn eigen deurtje, blijven alle straatjes berijdbaar.

Maar goed, ik vermoed dat ik volgens Bart Sturtewagen ondertussen vastzit in een cirkelredenering. Ik moet daar toch dringend eens uitbreken.

Alvast een prettig eindejaar gewenst, lieve lezers van me!

donderdag 10 december 2009

Horremorrie

Ken je dat, van die mensen die gaan drummen om als eerste op de trein te kunnen stappen en zo de forenzers die eraf willen het uitstappen bemoeilijken? Ja, natuurlijk ken je dat, ik ben de elvendertigste die een blogberichtje begint met een verwijzing naar het fenomeen en met de woorden 'ken je dat' - dat ik me eraan erger (aan die mensen, blogpostjes over die mensen, en blogpostjes die beginnen met 'ken je dat') hoeft feitelijk niet meer gezegd.


Vandaag echter ontdekte ik een nieuwe categorie mensachtigen die totnogtoe schromelijk aan de aandacht van het nooit aflatende contingent stukjesplegenden ontsnapt is: 'Zij die klaar staan om van de trein te stappen en reikhalzend over de schouder van de voor hen wachtende naar buiten kijken, vurig hopend dat daar mensen zullen staan die gaan drummen om als eerste te kunnen opstappen en zo de mensen die eraf willen het uitstappen bemoeilijken'. Nog voor ze zelfs maar de deuropening bereikt hebben waarlangs ze het rijtuig moeten verlaten, staan die domme bontjes al met hun sjakosj te zwaaien, binennsmonds hun 'laat me door, laat me door' al repeterend.

Het zit hen duidelijk hoog dat ze weer maar eens een hele rit in tweede klasse hebben moeten reizen (iets met Fortis-aandelen die ze met de kerst dan maar aan familie zullen uitdelen) en dat er buiten alweer ander plebs in hun weg zal staan vervult hen nu al met een portie vooropsnellende extra ergernis. Alsmaar vindingrijker worden ze in het opzoeken of uitlokken van situaties die wel eens zouden kunnen uitmonden in een conflictje dat hen toelaat hun onvrede met alles en iedereen nog eens op een medemens te projecteren.

Vandaag zat ik in zo'n treinwagon met stoeltjes die als in een vliegtuig achter elkaar in dezelfde richting geplaatst zijn. Ik wou de krant lezen, maar had daarbij last van de laaghangende middagzon die het op mijn irissen gemunt had. Ik besloot daarom de hor die daartoe aan de binnenkant van het treinraam aangebracht was een twintigtal dodelijke centimeters naar beneden te trekken. Ogenblikkelijk steeg achter mij een ontzet kreetje op. Ik had er blijbkaar niet op gelet dat de hor zich over twee rijen zitplaatsen uitstrekte en dat ook de passagier achter mij zodoende geheel in duisternis gehuld de rest van deze zo al onzalige treinreis moest uitzitten.

Op eenvoudig verzoek had ik de hor terug omhoog geduwd -ik gun iedereen het licht in de ogen- maar daar kreeg ik de kans niet toe. Na een verontwaardigd 'sèèg, als een bitje zunne al tevele is' stond de dame achter mij - waarvan ik tot dan toe het bestaan niet vermoedde - sissend op en na een paar dodelijke blikken verhuisde ze naar een andere zitplaats, in de buurt van leukere mensen. Dat ze even later allerlei onvriendelijks murmelend terug langs mij moest om haar sjakosj te komen halen die ze laten liggen had -de optuttrut- was dikke pret.

We naderden Gent, ik stond op uit mijn horloge en maakte me klaar om me doorheen de massa op het perron te wurmen. Het Horremorrie stond me immers vast al drummend op te wachten.

De horror.
(de foto is van de hand van een zekere Herman Horsten - toeval bestaat niet of probeert toch hard te doen alsof)

woensdag 28 oktober 2009

(Dr)enkeling

Flarden. Het minste wat erover te zeggen valt, is dat er veel over te zeggen valt. De lezer krijgt alle tijd om nog even in zijn eigen gedachtenwereld te vertoeven, want: flarden. Ze waaien maar wat aan, als de intro van 'The Beatles and The Stones'; een hint die snel weer verzwindt. Hoogstens blijven ze even hangen zolang niemand ze probeert te vangen.


Splinters van versproken gedachten, fracties van verfrommelde acties, de afgebotte boorden van te scherp gesproken woorden. Zo ijl ik als de ochtendlucht op een eerste winteruurdag: allesomvattend en verrassend zacht maar ongevaarlijk en diffuus. Ik gun ze de vrijheid, want ik weet: net als een krolse kat verdwijnen ze maar komen ze ook altijd terug af op het gestoorde magnetisme van de menselijke geest.

'Laat die flarden fladderen!' roept mijn psych, 'sluit ze niet op binnen de boorden van je woorden, veranker ze niet in kankeralinea's, pas ze niet in paragrafen, maar laat ze overal hun dorstige uiteindes laven!' Hem tegenspreken durf ik niet, en terugschrijven? Nee, die ij klinkt veel te scherp. Als flitsende barden schieten de flarden alle kanten op, ik grijp nog maar te laat, dus ik laat ze - hun eigen gang maar gaan.

Geef mij een doel en ik geef je een smoel: gedegen kruis ik het degen, de politiek correcte rustieke commode wars van weer eens mode. Ik ken die muurtjes, ik kan ze bouwen. Maar geef mij flarden en ik lig eraan. Of dat ligt eraan: hoever kan dit gaan, zonder de metronoom tilt te doen slaan? Hoe ver drijft het reiken naar verrijking een drenkeling op zoek naar - laat ons zeggen land om de hand op te leggen?

zaterdag 19 september 2009

Voor wie Taouil

'In Nederland hebben ze rokerskerken'. Zoals enigszins te voorspellen viel, had mijn sympa eloquente collega een eigen invalshoek klaargestoomd voor het geval hij onverhoeds in een hoofddoekendebat zou terechtkomen, naar gewoonte een invalshoek die hem op zijn minst voor eventjes van alleenspreekrecht verzekerde.


Hij is een van de mensen die weten hoe zich te gedragen als mijn ochtendhumeur nog in de buurt is en zijn pogingen tot branie zijn doorspekt met mooie woorden waarvan ik het bestaan vergeten was of nooit gekend heb, dus ik laat hem graag zijn gedachten met mij delen. Hij leek het best een leuk initiatief te vinden, die rokerskerk, dat aantoonde hoe arbitrair het begrip 'levensbeschouwelijke tekens' wel niet is. Hij merkte ook op dat in onze syllabi 'Nederlands voor anderstaligen' verwezen wordt naar het doopsel, en vroeg zich enigszins wijsneuzerig af of dat dan ook een 'levensbeschouwelijk teken' is.

Genoeg stof voor mij om enkele alineaatjes mee te vullen -waarvoor mijn erkentelijkheid- maar uiteindelijk kwam ik niet te weten wat hij er nu van vond. Het werd mij vooral duidelijk dat de discussie niet op zijn niveau gevoerd werd, al vermoedde ik dat dat niveau zich ergens bevond waar minder welbespraakte stervelingen zich niet wagen en dat men er zich vooralsnog concentreert op informatiegaring en intensief denkwerk met het oog op een toekomstige nog te bepalen visie, wat niet noodzakelijkerwijze ook een standpunt veronderstelt. Het siert hem, aan visie meer gebrek dan aan standpunten dezer dagen.

Ik vind het een jammere zaak, dat 'algemeen hoofddoekenverbod' (behoudens aanpassingen ook van toepassing in het volwassenenonderwijs, stel je voor), en dan vooral het 'algemene' ervan en de manier waarop het er gekomen is. Fair genoeg dat enkele gemeenschapsscholen de hoofddoek willen verbieden omwille van wel-of-niet-bestaande groepsdruk, wie het onderwijs een beetje kent weet dat een directie -die nota bene jarenlang tegen de trend in de hoofddoek wél toeliet- zoiets niet beslist zonder daarover eerst goed na te denken. Jammer wel dat dan meteen het hele onderwijsnet op die kar springt om juridische consequenties te vermijden.

Het is ondertussen helemaal verworden tot zo'n 'van hogerhand door krachten die we niet beheersen' opgelegd verbod, dat niet anders kan dan wrevel opwekken bij de draagsters en hun omgeving. Het was dan ook lachen geblazen toen afgelopen maandag de kranten vol stonden met bezorgde bedenkingen van woordvoerders allerhande die niet zo te vinden waren voor het plan van aparte moslimscholen dat ondertussen om voor de hand liggende redenen zijn voedingsbodem rijk gecomposteerd zag.

'We willen scholen die een afspiegeling zijn van de maatschappij, en aparte moslimscholen brengen dat project in gevaar'

klonk het. Ach kom, we willen helemaal geen scholen die een afspiegeling zijn van de maatschappij. We willen scholen die een afspiegeling zijn van de maatschappij die wij voor ogen hebben (waar moderne moslims de hoofddoek erkennen als het teken van onderdrukking dat het volgens ons is en vervolgens afwerpen). Daar is zelfs niets mis mee, met goedkope praatjes wel.

Om ervoor te zorgen dat de ondertussen wat bedaarde gemoederen niet helemaal insluimerden, besloot de Staatsveiligheid vervolgens op weinig subtiele manier (in een televisieprogramma en bij monde van de directeur van de Staatsveiligheid) hun boekje open te doen over imam Taouil, een opgemerkt tegenstander van het hoofddoekenverbod.

Die imam Taouil is een toezichter bij De Lijn in Antwerpen die pretendeert voor de moslimgemeenschap te spreken maar die binnen diezelfde gemeenschap helemaal niet zo'n leidersfiguur is als hij zelf laat uitschijnen. Taouil wordt echter door de vaderlandse media zonder veel nadenken gretig opgevoerd als 'woordvoerder van de moslims in het hoofddoekendebat', tot terechte frustratie van andere groeperingen met een grotere aanhang die best ook wel wat zinnigs te zeggen hebben over de hele zaak en die een gematigder toon aanslaan.

Het is zelden gezien dat de Staatsveiligheid informatie (die overigens niet bepaald ophefmakend is, iederéén weet ondertussen dat die Taouil een behoorlijk conservatief sujet is en van strafbare feiten is vooralsnog geen sprake) zo openlijk en om politiek geïnspireerde redenen met het publiek deelt. Ik herinner mij althans niet dat de heer Alain Winants of een van zijn voorgangers ooit in Terzake is komen berichten over de banden van Filip Dewinter en co met neonazigroeperingen.

Gezagstrouw als ik ben ga ik er maar van uit dat deze opstoot van openheid van onze Staatsveiligheid geïnspireerd werd door goede bedoelingen, maar even later werd het echt eng toen 'Kind en Gezin' besloot om de vrouw van Taouil te schorsen als onthaalmoeder, niet omdat er in die zes jaar ook maar één klacht over haar geweest zou zijn, wel 'omdat haar man een extremist is':

'We hebben inderdaad besloten de samenwerking stop te zetten. We vonden dat er bij de onthaalmoeder in kwestie nog onvoldoende garantie bestond voor de integriteit van de kinderen. Haar echtgenoot wordt door de Staatsveiligheid in de pers een extremist genoemd.'

Het doet terugdenken aan de manier waarop Verhofstadt zoveel jaren terug zijn boekje te buiten ging door op het parlementair spreekgestoelte aan te kondigen dat hij Abou Jahjah zou laten arresteren, alsof de scheiding der machten niet meer dan een vodje papier is. Dankzij heel de heisa dreigt Taouil, de man die Antwerpse meisjes opriep om niet meer naar school te gaan als het hoofddoekenverbod gehandhaafd bleef, alsnog een leidersfiguur en zelfs een martelaar te worden. En we kunnen ons afvragen of het dat is wat we willen.

Of niet, en een sigaretje gaan roken.

zaterdag 5 september 2009

Dit zal zich veruitwendigen

Over plafondstaren wordt vaak ten onrechte minnetjes gedaan. Het was een van mijn meer eloquente collega's die mij dit mooie zinnetje in de schoot wierp toen ik hem bedankte omwille van de 'sessie vruchteloos plafondstaren' waarvan hij me gered had door te antwoorden op een mailtje van me, onderwerp waarvan de vraag vormde wat de benaming is voor de huidskleur van een typische Noord-Afrikaan.


Een bescheiden zoektocht op het internet dienaangaande had me al naar het onvermijdelijke Wikipedia en een site van een nazistische groepering geleid alwaar bijdrages ondertekend werden met ziekelijke ongein als 'weet je wat het is, meer water dan vis - weet je wat het was, meer joden dan gas'. Heel moedig en fijnbesnaard, maar zowel 'licht getinte huidskleur' als 'makak' leken mij om uiteenlopende redenen niet datgeen waarnaar ik op zoek was. De Marokkanen in mijn klas (vergeet het maar dat ze zich eens wat inschikkelijk tonen en zich gewoon aansluiten bij blank of zwart) zullen maandag dus te horen krijgen dat zij 'van het Noord-Afrikaanse type' zijn.

Maar ik wou het met mijn lezer eigenlijk over dat plafondstaren hebben. Het mag een zegen heten dat de tijd van Michelangelo ver achter ons ligt, toen de reflecterende medemens de toevluchtsruimte boven zijn hoofd onthouden werd omdat er allerlei sixtijnse taferelen op afgebeeld dienden te worden. In het beste geval had een eenvoudige burger toen in zijn nederige woonst uitzicht op de bedampte en vaalbruine onderkant van de vruchteloos symmetrie betrachtende hogerliggende plankenvloer. De twintigste eeuw probeerde het anders maar bracht weinig beterschap: het vaalbruin werd nicotinegeel en de hogerliggende vloer een laag asbesthoudende vlakheid.

Doe mij dan maar het eenentwintigste jaarhonderd. Nicotine en asbest zijn met de kankerdoden begraven en balken doen alleen nog de Nederlandse premier en een aantal vergeten Oostenrijkse wintersporthotelletjes. Symmetrie is niet alleen de vormnorm maar wordt ook de betrachting bij het kleurkeuren. Tegen de tijd dat op onze polen de laatste sneeuw verdwenen is, is binnen vast alles wit: knalwit, helderwit, mat wit, was wit - wie niet wit is een nitwit.

Interieur is voor mij de toevalligheid waarmee de meubels in mijn huisje zich tot elkaar verhouden, maar witte plafonds vind ik prachtig. Zoveel suggesties van maagdelijkheid en zoveel zinnebeelden van nog in te vullen toekomst. Als een examen dat je zelf mag opstellen, met als eerste obstructie de vraag 'vul ik mijn eigen naam in of ben ik iemand anders vandaag?' - en niet het obligate 'duurt die crisis nog lang?' of 'gaat de wereld echt naar de knoppen?' We vinden er vragen, antwoorden en vochtplekken, naargelang onze gemoedstoestand en de staat van het plat dak.

We hebben het -net als Ikea- allemaal te danken aan Bauhaus, overigens. Strak, functioneel: het is al langer dan vandaag het ordewoord in de stadsarchitectuur. Alleen die domme boeren doen niet mee, die blijven maar fermettes bouwen en manifesteren -terecht, vindt Punkerke- tegen de spotprijzen die ze krijgen voor hun producten. En -aan hun salopet geen moderniteit- ze doen dat dan ook nog eens op de Graslei en Korenlei in hartje Gent, omdat dat ooit de plaats was waar granen overgeslagen werden op schepen.

Wel jammer dat daar alleen minderbegaafden en Duitse toeristen rondlopen op zaterdagnamiddag, maar die laatsten zijn dan weer zoveel Bauhaus en functionaliteit gewoon dat ze daar eigenlijk wel moeten tegen kunnen, een paar dozijn tweetonners dat hun fotomoment komt verstoren. En ze hadden het kunnen weten als ze de recente toeristische campagne van Gent wat beter bestudeerd hadden, die citeerde uit een artikel in National Geographic:

'Gent is een bruisende mix van een levende stad en een boeiend verleden. Veel echter dan het mooie Brugge, dat even verderop ligt.'

Vanop de kantelen van het Gravensteen hield de Gentse politie dan ook onopvallend een oogje in het zeil, onder het toeziend opperoog van plaatsvervangend korpschef Wim Van Hulle, de man die het bruisgehalte van het politiekorps terug op een enigszins aanvaardbaar peil probeert te brengen na het bewind van de iets te levendige Peter De Wolf. Dat betekent niet dat het daar een kleurloos boeltje hoeft te worden bij de Gentse politie. In 2009 staat het thema “diversiteit” er immers centraal:

Dit veruitwendigt zich o.a. in de acties en dagelijkse werking van het korps… en nu dus ook in de samenstelling van deze groep eedafleggers. Onder de eedafleggers bevonden zich mannen en vrouwen. Zowel burgerpersoneen als geüniformeerden legden de eed af. Ze zijn allemaal tewerkgesteld in verschillende directies, afdelingen en diensten en bekleden diverse graden en functies.

Bovenstaand tekstje komt van de site van de Gentse politie, ze hebben kortom wééral Punkerke niet nodig om zichzelf belachelijk te maken, wat toch wel illustreert welke moeilijke tijden het zijn voor ironiserende stukjes plegende bloggers. Ondertussen -met de eerste schooldagen is ook het najaar ongevraagd binnengeslopen -wil ik samen met mijn lezers al eens nadenken over het thema van het Bunkerke voor 2010. Ik dacht daarbij aan 'sportief en in beweging'.

Dit zal zich oa veruitwendigen in het dagelijkse werken van het Punkerke. Dit zal gebeuren op diverse plaatsen (woonkamer, bureau) en zowel in pyjama als burgerkleding. De diverse aspecten van sport en beweging zullen daarbij volop aan bod komen. Zowel voeten en armen als handen en vingers zullen weer ijverig op en neer gaan en in sneltempo naast en voor elkaar geplaatst worden.

Ook over plafondstaren wordt overigens vaak ten onrechte minnetjes gedaan.

woensdag 29 juli 2009

Herschapen tot kunstwerk

"Maar eerst moeten we door dat kut-België", zei een van de drie -geheel conform mijn verwachtingen net iets te vlot gemeenplaatsen en zeiken en kut in het rond strooiende - naar een soort straatgeloofwaardigheid hengelende napuberende Nederlanders in de richting van zijn twee tevens tot terminale mondigheid gepredestineerde poldermodellers terwijl ik samen met hen in de rij stond aan Gate 17 van Manchester Airport. Ze leken het best vervelend te vinden dat de goedkoopste vlucht naar hun bestemming vanuit Charleroi vertrok.


Twee weken later nam ik vanuit Arnhem een nachttrein naar Basel. Dat ik daarvoor eerst een eind het grondgebied van mijn Noorderburen op moest vond ik enkel onhandig en behalve de veel te dure kebab kon ik niets verzinnen wat mij zou tegenstaan aan een verplaatsing door Nederland. "Waarom is het dan toch dat die luidruchtig compenserende protestantse taalverlakkers zo'n hekel hebben aan ons landje?" vroeg ik me af, weze het dat deze overpeinzing zich op dat moment nog in het verwensingsstadium bevond.

Toen ik bij mijn terugkeer uit het buitenland een inlandse trein moest nemen om terug in mijn thuisstad Gent te geraken, werd het mij plots duidelijk. Het is lelijk, deprimerend en het stinkt, het regent er om de een of andere reden meestal, iedereen moet er wel eens langs en de treinende Nederlanders in de eerste plaats. Ik moest dringend plassen, dus zocht ik er de plaatselijke toiletterie op. "Dit zouden opvallende stukjes erfgoed moeten worden. Voor reizigers zijn ze de eerste kennismaking met een land of regio. Ze zouden de identiteit van het gebied dus een beetje moeten weerspiegelen", zo weet Vlaams adjunct-bouwmeester Joris Scheers.

De nu verlaten maar imposante melkproductieafdelingen van de toiletdame waren het eerste wat me opviel. Mijn schriele verschijning leek niet bij machte haar de blik uit de Blik te doen opslaan. Ook toen ik mijn muntstuk van 2 euro op de grond liet vallen om enige reactie uit te lokken, bleef het plompe geheel ter plaatse sudderen. Pas toen ik datzelfde munstuk dan maar opraapte en in het pisgeldschoteltje deponeerde, bewoog een onderdeel om mij 1 euro 60 te overhandigen, dat wil zeggen om 1 euro 60 op de tafelrand te leggen.

Toen ik na het plassen mijn handen waste (dat moet van een of ander KB) las ik het papiertje boven de wastafel:

Het is verboden in de wasbak te spuwen aub

Het beliefde mij niet te spuwen en bijgevolg was het mij niet verboden, maar ik zag er geen meerwaarde in te doen wat mij niet belieft en spuwde dan maar niet in de wastafel.

De Vlaamse bouwmeester had het over 'de 178 oude douaneposten aan de grenzen met Nederland, Frankrijk en Duitsland, die sinds de Europese eenmaking geen functie meer hebben', ik heb het over het treinstation 'Antwerpen-Berchem'. Proef die naam. Ruik eraan. Probeer een stukje. Smak luidop. Spreek de e's iets te open uit. Blijf voorzichtig. Ga goedwillig op zoek naar een stukje poëzie. Geef dat op tijd op. Spuw het uit.

Gespuwd had ik niet, maar ingevolgde het opvolgen van het KB betreffende de openbare hygiëne waren mijn handen toch nat van het water en greep ik naar de onderkant van het stuk recyclagepapier waarmee ik mij hoorde af te drogen.

Maximum twee handdoeken per klant

stond op een knibbelpapiertje gekribbeld dat onhandig op de automaat geplakt was.

"Ze zouden kunnen worden herschapen tot kunstwerk, in brons worden gegoten, overgroeid worden of opzettelijk ruïne gelaten, maar in elk geval een aantrekkelijke kennismaking met de regio moeten worden", vervolgt de Vlaams adjunct-bouwmeester. België kutland of Vlaanderen schaamstreek? Ik stel openbare toiletten voor, met de verzamelde ex-misses België als toiletdames.

Wel maximum 1 drolletje achterlaten aub.

woensdag 10 juni 2009

Liefdesmanager

Punkerke heeft de laatste tijd veel te weinig tijd om te bloggen, maar gelukkig zijn er nu en dan anderen die hem zomaar wat leukigheden in de schoot werpen. De 20-jarige Chinees Pima bijvoorbeeld, die zijn nachten vult met computerspelletjes spelen en zijn voormiddagen door bij mij in de les halftijds met de ogen open te zitten slapen en halftijds de illusie van oplettendheid in stand te proberen houden.


Waar ik mij gelukkig mee prijs, bij zijn voorgaande leerkracht maakte hij er een sport van om een slordig anderhalf uur te laat binnen te komen. Een slechte gewoonte waarvan ik hem gelukkig al kunnen afhelpen heb, middels enkele goedgetimede verwijzingen naar die Chinese discipline waar ik niet veel van merk. Op mensen hun eergevoel mikken, het werkt altijd.

Dinsdag bezorgde hij mij het resultaat van zijn huistaak 'schrijf een sollicitatiebrief', dat hieronder integraal weergegeven staat, met aangepaste namen evenwel. De lezer hoort daarbij te weten dat Dagmara een Russische medecursiste van Pima is, die hij niet alleen elke dag in de klas maar ook aan het station te zien krijgt.

Betreft: Vacature Russische manager

Beste Mevrouw Dagmara

Nadat ik u in het station gekijkt had; waar u op bus wachtte, was mijn interesse onmiddelijk gewakkert.

Ik werk momenteel als vriendelijkheidsmanager met u. Ook door mijn ervaring als liefdesmanager met mooie meisjes ben ik ervan overtuigd dat ik u kan helpen.

Als u denkt dat ik een geschikte kandidaat ben, dan wil ik met plezier mijn motivatie toelichten tijdens een persoonlijk gesprek.

Met vriendelijke groeten

Pima

Met onderaan volgende noot aan de leraar:

PS Daan, kan je de liefdesbrief aan Dagmara geven, aub

Wat ik vanzelfsprekend niet gedaan heb, ik heb hem het schrijfsel terugbezorgd met de woorden 'dat mag je zelf doen, maar eerst de fouten corrigeren'.

Op mensen hun eergevoel mikken, het werkt altijd.

Vorige nacht was Pima getuige geweest van een inbraak om 2 uur 's nachts. Hij was naar eigen zeggen bezig met Uefa Champions League Manager toen hij door het raam van zijn slaapkamer zag hoe iemand inbrak in de frituur naast het Chinees restaurant van zijn vader. 'Hij steelde alleen een Cola en liep weg!' wist hij tot zijn groot jolijt te vertellen.

'Belgen zijn dom!' riep spontaan Jitendra, de jolige Nepalees van dienst. Wat mij ertoe noopte uiteen te zetten dat het integendeel heel slim is om enkel een Cola te stelen, geld maakt toch niet gelukkig. En dat het geen Belg geweest kan zijn, die gaan allemaal stipt om 22 u slapen.

Op mijn eergevoel mikken, het werkt altijd.

Op de foto het eerste resultaat bij 'afbeeldingen' als je Dagmara googlet. En ze lijkt er zelfs een beetje op.

vrijdag 1 mei 2009

Zo is het gemakkelijk

Het was maar een klein artikeltje -ze moeten daar ook beseft hebben dat het een beetje raar klonk allemaal- maar het deed mij even met de ogen knipperen: De Standaard-journalist Pascal Dendooven heeft de Citibank Journalistic Excellence Award 2009 gewonnen. We kennen Citibank en zijn praktijken onderhand genoeg om te beseffen dat consumentenbelang daar niet voorop staat. We weten als gevormde middenklassers ook wat de taak van een journalist is: dat soort mistoestanden aan de kaak stellen.


In het kader van onze alertheid als kritische burger dienen we ons bijgevolg af te vragen:

Waarom deelt een bank prijzen uit aan economische journalisten?
En waarom aanvaarden journalisten die prijzen?


Het antwoord op de eerste vraag lijkt zo vanzelfsprekend dat ik wellicht de intelligentie van mijn lezers beledig door een uitkomst te suggereren - maar ik doe het toch, ik ben al veel te lang beleefd geweest: Zou er ergens een element van poging tot beïnvloeding in het spel kunnen zijn? We lezen verder.

Hij kreeg de prijs voor zijn bijdrages aan de negendelige reeks 'De Val van de Grootbanken', die gepubliceerd werd in november vorig jaar. De reeks, waaraan ook Nico Tanghe, Wouter Verschelden, Steven Samyn en Isabelle Albers meewerkten, reconstrueerde de dramatische crisis waar de Belgische grootbanken (Dexia, Fortis, Ethias en KBC) in het najaar van vorig jaar door werden getroffen.

Ah, een schouderklopje geven aan die ene die de concurrentie de vernieling in geschreven heeft en zijn verhaal wat extra cachet trachten te geven door het een 'Citibank Journalistic Excellence Award' op te spelden. Al vormt de samenstelling van de jury dan wel een aardig schaamlapje. Met twee journalisten in het panel en een professor economie en nog van dat fraais kunnen we bezwaarlijk beweren dat de top van Citibank een hand had in de keuze van de winnaar.

Bruno Colmant, President of the jury - Head of Euronext Brussels, and member of the Management Committee of NYSE Euronext
Rudy Aernoudt, Prof. European Economy
Jan Bohets, Senior Writer at De Standaard
Pierre Loppe, Editor in chief at La Libre Entreprise
Prof. dr. Frank Thevissen, Strategische Bedrijfs- en Organisatiecommunicatie

Bon, deze mensen helpen dus de suggestie ondersteunen dat Citibank zich uit een en al grootmoedigheid en als respectabele instelling bekommert om kwaliteitsjournalistiek. Die Jan Bohets is overigens met pensioen, I hold my horses. Maar waarom zou een economisch journalist zomaar een prijs aanvaarden vanwege een bank?

De prijs bestaat uit een twee wekend durend seminarie aan de Columbia University in New York.

Niet slecht, dat. Citibank dat een seminarie betaalt voor een economisch journalist, hoe weldenkend kan een bankinstelling zijn? Een seminarie met sprekers die betaald zijn door Citibank, evenwel. Zoals deze Bob Woodward. Economische congressen gesponsord door grootbanken, het klinkt al bij al toch een beetje als de gokchinees die de 'onderzoekscel gokfraude' financiert. Zou die Pascal Dendooven zijn excellence niet veeleer onderstreept hebben door die prijs te weigeren?

En hoe verklaren we eigenlijk het feit dat de economische crisis uiteindelijk ook voor de meeste economische analisten en journalisten als een verrassing kwam? In slaap gewiegd, platgeprijsd en -geprezen. Of incompetent. Of hun hoofdredacteuren waren niet geïnteresseerd in hun slechtnieuwsverhalen en moffelden ze ergens in het economisch katern weg. Of het interesseerde hen zelf niet en ze schreven maar wat over beurskoersen die op en neer gingen, als betrof het een verticale tennismatch. Of het kon ons niet schelen en dus hielden de kranten dat soort onheilsberichten maar weg van hun voorpagina's.

Het zijn vijf opties, en dat vergroot het risico op een foute gok, maar wat vaststaat is: De economische journalistiek kan wellicht een aantal Mikael Blomkvists gebruiken, het hoofdpersonage uit de 'Millenniumtrilogie' en een man die zijn journalistieke taak rechtlijnig vervult en er niets mee inzit om zijn collega-journalisten een veeg uit de pan te geven die hun beroepsdeontologie nogal rekbaar interpreteren. Iemand die niet enkel schrijft over cijfertjes en beurskoersen maar ook de manier van handelen en de (vaak afwezige) bankethiek op de kaart durft te plaatsen.

'Een romanpersonage', merkt mijn kwieke lezer op (gegroet, trouwens), 'zo is het gemakkelijk', maar dan wel een personage dat in meer dan een opzicht lijkt op zijn bedenker, de auteur Stieg Larsson, die bij leven wel eens met de dood bedreigd werd omwille van zijn compromisloze hoofdredacteurschap van het tijdschrift Expo. Dat soort figuur zou ons misschien van dit soort gênante 'economische verslaggeving' kunnen afhelpen. Als er weer eens gesnoeid moet worden bij de kwaliteitskranten ('t is lente voor iets), dan graag in dergelijke nietszeggende dagboekbijdrages aub.

Al was ook dat maar een klein artikeltje, natuurlijk.

dinsdag 7 april 2009

Ook dat is de Ronde van Vlaanderen

Het stond in de gazet, bij monde van voorzitter van de Boerenbond Piet Van Themsche: "'Het water staat de landbouwbedrijven aan de lippen. Maar wij zijn niet zo zichtbaar als de banken of de autofabrieken. Dus is een campagne gepast." Een campagne die gisteren startte ergens ter hoogte van het Oost-Vlaamse Bottelare, alwaar ik passeerde in mijn poging een zonnige maar eenzame namiddag weg te fietsen. Net toen ik de grote baan van Merelbeke naar Hundelgem overgestoken was, hoorde ik op mijn linkerkant iemand luid 'eyla, eyla!' roepen.


Vermits ik netjes op de rijbaan aan het fietsen was en geen banden heb met de Zwalmstreek en er dus redelijkerwijs niemand aldaar van mijn recentelijke uitspattingen op de hoogte kan zijn, ging mijn blik al snel radargewijs op zoek naar de daadwerkelijk toegeroepenen. En jawel, daar stonden ze, even verderop aan de kant van de weg: een pregepensioneerd koppel, klaarblijkelijk pauzerend op fietstocht, dat iets onduidelijks aan het doen was aan de rand van een akker waarbij de hand van de mannelijke helft naar de grond en vervolgens weer naar boven ging.

Was het een papiertje dat gevallen was? Was het een oefening van de fit-o-meter? Was het een alternatieve bevoorrading? Of was het diefstal van gewassen? Ik weet het niet, maar nog altijd luid 'eyla' roepend stapte de boer van zijn tractor in de richting van de twee staatsbonners. Waarop die zich met kwieke step opnieuw op hun zadel hesen om hun tocht verder te zetten. Overpeinzend wat er precies gebeurd kon zijn, fietste ik hen voorbij, tot ik even later in mijn overpeinzingen gestoord werd door het geluid van gesmeerde kettingen achter mij. Ik keek achterom, ervan uitgaand dat ik vrij baan zou moeten geven aan enkele wielertoeristen.

Het was echter geen Volderke maar een kolderke. Ik wist eerlijk gezegd niet dat geprepensioneerden zo'n snelheid konden halen, met rechte rug op hun respectievelijke dames- en herenfiets. Terwijl hun leeftijdsgenoten anders toch altijd netjes over de hele breedte van de baan koppig in mijn weg blijven rijden. Mijn routebeschrijving droeg mij op even verder rechtsaf te slaan -wat ik ook deed- maar het geluid van een naderende tractormotor deed mij beslissen om even te stoppen en mijn groeiend vermoeden aan de zich achter mij afspelende realiteit te toetsen. En jawel. Ook van die tractoren wist ik niet dat die zo snel gingen.

Overigens weinig galant van de geprepensioneerde dat hij zijn vrouw zomaar op 10 seconden reed, zonder dat daar een Muur of een Bosberg of botsende ploegbelangen kwamen bij kijken. Ik gevoel nog altijd enige spijt dat ik er niet achteraan gefietst ben om de afloop mee te maken. En dat er geen helikopters of motoren met cameramannen in de buurt waren. En in retrospectief ook dat er geen boer met landbouwwerktuig in de buurt was toen Pozzato zondagmiddag zijn lege drinkbus ergens op een akker gooide. Want ik had het Michel Wuyts zo graag horen zeggen terwijl de tractor zich een weg baande tussen het volk op de Koppenberg:

'Ook dat is de Ronde van Vlaanderen'

vrijdag 13 maart 2009

Het was de conductrice

En zo is ook de eerste verjaardag van dit blog (ik probeer sinds kort ook de Nederlandse markt te bespelen) geruisloos voorbijgegaan, zoals de slak die ik vanmorgen net niet met de fiets overreed op de brug over de Schelde tussen Ledeberg en de Burggravenlaan. Hoe dat beestje daar terechtgekomen was, is geen raadsel. Gewoon langs een of ander slijmspoor omhooggekropen, er net als ons allemaal van uitgaand dat het gras aan de andere kant veel groener is. Terwijl het er gewoon even grijs ziet van het fijn stof. 't Is echt geen wonder dat die huisjessleurders nooit topfuncties bereiken.


Sinds kort is het een selecte groep lijncontroleurs toegestaan de reizigers te fouilleren. 'Logisch, die mensen van de lijncontrole moeten nu eenmaal op zoek naar vetrolletjes', zou Freaq zeggen - of nee, zégt Freaq. Maar het is een goede maatregel, want laat ons wel wezen: het loopt de spuigaten uit met die agressie op het openbaar vervoer. Zo snakte eventjes geleden een conductrice op de probleemlijn Gent-De Panne iets te gretig de key card uit mijn handen die ik uit eenmalige vergetelheid te laat aan het invullen was. 'U weet toch wanneer u uw key card moet invullen!' snauwde ze mij toe, zich weinig moeite getroostend om te verhullen dat het geen vraag betrof. Vervolgens peperde ze mij in dat ik haar dankbaar mocht zijn dat ik geen boete kreeg. Vreemd genoeg werd ik geen gevoelens van dankbaarheid gewaar maar bekroop mij integendeel de aandrang om toch maar mijn boete te betalen teneinde geen dankbaarheid verschuldigd te zijn. Wat ik niet deed, het zal een béétje gaan.

Diezelfde avond blafte een lijnchauffeur mij af omdat hij vond dat ik te laat naar zijn zin aangegeven had dat hij moest stoppen. Ik dacht 'Hé man, ik stond al molenwiekend in het midden van de straat toen jij nog een onbetekenende stip aan gindse horizon was, en sorry dat ik mijn vuurpijlen niet bij heb vandaag. En ja, natuurlijk krijgt u mijn vervoersbewijs te zien, daarvoor hoeft het volume niet op tien.' Maar ik zei 'sorry', stak mijn Omnipass terug, begaf mij naar mijn zitplaats en bedacht dat ook deze man waarschijnlijk gewoon eens stoom moest kunnen aflaten na een lange werkdag en dat ik wellicht een nieuw geval van huiselijk geweld had helpen voorkomen. Neen, al goed dat die reizigers nu gefouilleerd kunnen worden: ook het aantal zedendelicten gaat straks vast in vrije val binnen de bevolkingsgroep werknemers van openbare vervoersmaatschappijen.

Een dag later werd ik ziek. Antwoorden zoekende op het plafond, besefte ik plots: 'Ze ruiken hun prooi. 'Ik moet er al verzwakt uitgezien hebben. Ik was voor hen een slak die ze konden ontwijken maar die ze besloten te overrijden.' Vreemd, want de slak waarmee ik me toen vereenzelvigde dook in de chronologie van mijn bestaan pas deze morgen op. Maar dat maakt niet uit, zo leerde mij een collega die aan hypnosetherapie doet: 'Met hypnose kan je om het even welk beeld op je harde schijf planten, zodat je terugvalt op andere uitgangspunten, die je helemaal zelf kan bepalen'. Ik dacht aan de film 'Eternal sunshine of the spotless mind' en heel eventjes ook aan Eline Berings maar kreeg de kans niet om dat te vertellen: achter mij hoorde ik een deur opengaan.

Het was de conductrice.

dinsdag 3 februari 2009

Quod erat enz

Neen, natuurlijk is dat niets om trots op te zijn, dat je behoort tot 'de enige Belgen die nog nooit naar Rock Werchter geweest zijn'. Maar goed, ik ben dan ook niet bij die Facebookgroep omdat ik daar trots op ben, maar gewoon om mezelf te tonen zoals ik ben, dat is zoals een t-shirt dat je aantrekt hé.


Of het helemaal zo ging, weet ik niet meer, maar dat het griezelig klonk en dat de redenering zo doodlopend was als de toekomst van SLP, dat wel. Het was nochtans goed begonnen, vorige vrijdag. Netjes op tijd bij de gastheer- en vrouw, alles onder controle, een spaarzaam leukigheidje hier, een vriendelijk schimpscheutje daar, Italiaans restaurantje ergens bij de Dampoort en daarna nog wat gaan drinken in het centrum. Iedereen doet het, en je voelt je toch maar mooi deel uitmaken van het moderne stadsleven, zo eventjes.

Maar dan komt altijd weer dat moment waarop ik me geroepen voel om het net iets moeilijker te maken dan nodig, bijvoorbeeld omdat iemand beweert dat dat toch niets is om trots op te zijn, dat je nog nooit naar Werchter geweest bent. 'Groot gelijk heb je', had een zelfbeheerstere versie van mezelf geantwoord, 'maar ik heb dan ook al zoveel om trots op te zijn.' Clown heb ik altijd willen zijn.

Helaas was de bescheiden (wat lijken woorden soms toch ongepast) hoeveelheid drank die ik op had er al in geslaagd mijn beoordelingsvermogen dusdanig te vertroebelen dat ik haast reflexmatig overschakelde op de 'laat je niet zomaar doen'-modus waarin ik me in de minder memorabele periodes uit mijn leven bekwaamd heb. Met bovenstaand gedrocht als gevolg.

Mijn tafelgenoten van vorige vrijdagavond vragen zich misschien af waarom ik in godsnaam hierover schrijf, en niet over andere veel zwaarwichtiger zaken waarover we het die avond hadden, of over de Cobratentoonstelling die ik vorige zondag in Brussel bezocht heb (zie foto).

Enerzijds een kwestie van gezond narcisme natuurlijk en anderzijds omdat ik na mijn zware opiniëringsdrang van de afgelopen maand gewoon even aan mezelf wou bewijzen dat ik ook nog altijd gezellig over niets in het bijzonder kan schrijven.

Quod erat demonstrandum.

Al is het dan natuurlijk niets om trots op te zijn.

vrijdag 30 januari 2009

Hard onder de riem

Vlaanderen gaat door een rouwproces. We zijn in schok. Zo vernam ik deze week in de gazetten over mezelf. Ik ben en ik ken nochtans de slachtoffers en de familie van het Dendermondse drama niet en ik wil dat -privacy is alles- graag zo houden. Mij choqueert dan ook de schaamteloosheid van onder andere VTM dat een aflevering van de ziekenhuisserie 'Spoed' afvoerde om plaats te maken voor een rechtstreeks debat vanuit het stadhuis van Dendermonde. Dat die Rudi Vranckx in Gaza daar maar een puntje aan zuigt.


Een debat waarin wellicht (ik ben na vijf seconden weggezapt, toen ik besefte wat ik eigenlijk aan het bekijken was) voor de tiende keer niets nieuws gezegd werd maar dat naar te vrezen valt (soms hoef je niet eens te kijken om te weten welke onzin er uitgekraamd wordt) net als de ziekenhuisserie eindigde met een cliffhanger: 'Wat bezielde de dader? Hoe moet het nu verder? Antwoord in de VTM-journaals van de volgende dagen.'

En inderdaad, enkele dagen later liet het VTM-nieuws na speurwerk van hun onderzoeksjournalist de voicemail horen van Kim De Gelder. Nieuwswaarde: 'Het monster spreekt! Het maakt zinnen!' We moeten het nochtans niet op VTM alleen steken deze keer. In het VRT-journaal mocht advocaat Jef 'ik ben niet mediageil, en die gel in mijn haar is een ideetje van de kapper' Vermassen al de dag zelf het zaakje komen duiden. Duidelijke hint aan de politiemensen en gerechtspsychiaters: rond dat onderzoek maar af, Jef heeft gesproken.

Een Vlaamse kwaliteitskrant besteedde afgelopen zaterdag -geen 24 uur na het drama- al 18 bladzijden aan de enkele feiten die bekend waren, aangevuld met een ziekmakende hoop nonsens. 'Koel, bloeddorstig, onmenselijk', kopte een andere kwakkeliteitskrant. Een 'plat préféré' over Kim de Gelder is hoogstwaarschijnlijk niet voor morgen, maar verder is de geschiedenis van de mensheid vergeven van de 'onmenselijkheden'. We zijn dus helemaal niet 'in schok', we zijn gewoon geschrokken en we staan stijf van de nieuwsgierigheid omdat dit alles zo dichtbij gebeurt.

De advocaat van Kim de Gelder wist de verzamelde media in dat verband nog het volgende mee te geven:

Kim De Gelder is geen gothic fan en liet zich bij zijn daden ook niet door films inspireren. Hij had geen schmink op, maar heeft van nature een bleke huidskleur.

Onderliggende boodschap: Hou op met die onzin, het is allemaal al erg genoeg. Moedige man.

De waanzin heeft ondertussen ook ons parlement bereikt, waar Carl Devlies en andere Erik Van Rompuys er nog eens in slaagden de tv-journaals te halen (dat was toch al weer van de BHV-commissie geleden) door hun pijlen te richten op Bert Anciaux. Na zijn uren als minister houdt Bert een publiek dagboek bij waarin hij liet optekenen:

Het shockeert ons allemaal. Ik moest ook denken aan de honderden dode kinderen in de Gazastrook, ook bewust door een agressor omgebracht en zonder dat die agressor opgepakt werd.

Typisch Bert: zit met alles en iedereen in. Vooral met alles en iedereen wat in het nieuws komt. Het duurde dan ook niet lang voor de Israëlische ambassade verontwaardigd reageerde:

Het Israëlisch offensief vergelijken met een eenzame gek die onschuldige kinderen vermoordt, is ver over de schreef.

Ze hebben natuurlijk gelijk.

Israël is geen eenzame gek, het is een geolied staatsapparaat. Het vermoordt niet bewust onschuldige kinderen, het bombardeert die enkel stoemelings terwijl ze met veel belangrijker zaken bezig zijn. Bert zal waarschijnlijk even nood gehad hebben aan wat profilering na het desastreuze verloop van zijn aansluiting bij de troepen van Caroline Gennez, maar verder valt het enigszins verwarrend te noemen dat vertegenwoordigers van het Israëlische staatsapparaat een ander verwijten over de schreef te gaan.

Al moeten we hen dan weer wel meegeven dat ze zich niet lieten inspireren door films.

Om met een hoopvolle noot af te sluiten laat Punkerke toch ook een pluim neerdwarrelen, en dat op het hoofd van actrice Ann Van den Broeck:

Naast haar vele musicalrollen, is Ann Van den Broeck ook een bekend gezicht op de Vlaamse en Nederlandse televisie. Ze speelde onder meer Beata in de soap Thuis en dokter Iris Van de Vijver in Spoed.

Van Wikipedia. Maar mijn bewondering gaat vooral uit naar de menselijkheid van Ann Van den Broeck. Niet alleen zag zij dus vorige maandag hoe een aflevering van Spoed plaats ruimde voor een louterend debat, bovendien moest zij vorige vrijdag het podium op in Steracteur Sterartiest, dat uiteindelijk uit kiesheid (dixit Wim de Vilder) een dag later uitgezonden werd:

Ik probeer ons optreden te zien als onze manier om de nabestaanden en slachtoffers een hart onder de riem te steken.

Nog diezelfde avond ben ik verschrikkelijk veel pinten gaan pakken om mijn verdriet -en dat van de nabestaanden en de slachtoffers- te verdrinken.

Of om het met de woorden van de Dendermondse burgemeester te zeggen:

Laat die mensen toch met rust.

maandag 19 januari 2009

Punkerke Anders

Uiteindelijk: of Punkerke puike postjes post of povere postjes post of pardoes stopt postjes te posten, er komen toch altijd evenveel bezoekers. Zo'n 15 à 20 per dag. Dus kan Punkerke net zo wel postjes posten. Wie par hasard predikte dat Punkerke dan net zo wel geen postjes kan posten, post dus best wederom post: provisoir gepredik past postjes niet.


Past gepoetste post dan wel? Presidenten prediken passie, premiers proberen poëzie, en Punkerke niest niet, hij praat priet. Hij rochelt gebochelde gedrochten, wringt zich in bochten en post pedante pochpost waarin hij en passant performante radioproducties als Wouter Deprez' Menense Odyssée promoot. Punkerke blijft Punkerke.

Maar toch Anders.

Want uiteindelijk.

vrijdag 2 januari 2009

De honderd-en-eerste

"Obamerika, het casino-kapitalisme en de nieuwe religie: het ecologisme." Samenzweringen suggererend neologisme, een gezonde portie hypocrisie, overheidsinitiatief verdacht maken?
U mag één keer raden wiens antwoord dit was op Humo's eindejaarsvraagjes. Jean-Marie Dedecker, juist. Voor onze Noorderburen: dat is Geert Wilders, maar dan met een modester kapsel en West-Vlaamse tongval.


JMD is de man die een politieke carrière heeft gebouwd op de aangeboren -en vaak ook best wel gerechtvaardigde- argwaan van de Vlaming tegen alles wat van bovenaf komt en die geen kans onverlet laat om die argwaan nog wat op te poken, aldus een perpetuum mobile in gang zettend dat naar te vrezen valt pas zal stilvallen wanneer hij eenmaal op de een of andere troon gehesen rijkelijk laat zelf het voorwerp van die argwaan wordt.

Nu Yves Leterme even terug naar Ieper is, heeft JMD alvast ruim baan voor een stormloop op Brussel. Tenzij het toevallig wat druk is op de Ring, maar dat lost hij wel op door even de pechtsrook te nemen (dat nutteloze baanvak wil hij graag afschaffen) of gewoon een viaduct boven die ring te bouwen voor het doorgaand verkeer. Jean-Marie De Dubbeldecker: zijn baseline Gezond verstand dient vooral om zichzelf en zijn volgelingen niet al te zeer te vermoeien met pro's of contra's en andere socialistische praat.

Zijn kiezers zijn dan ook oververtegenwoordigd bij deze facebookgroep, die oproept tot maximumsnelheden van 110/130/150 kilometer per uur op de autosnelweg in België. De 110 'als het slecht weer is', de 130 tussen 6 en 22 u en de 150 's nachts. Ik kreeg de uitnodiging nota bene net toen het smogalarm van kracht was. Luchtvervuiling mijn reet, wij willen knallen, dat sfeertje overheerst in de commentaren. Gelukkig valt hier en daar een genuanceerd geluid te horen:

Borden die waarschuwen voor flitspalen zijn niet echt een oplossing. Geen flitspalen is de enige oplossing.


En meer van dat moois.
Wie zich in de discussie wil mengen, heeft zich in te schrijven in de groep. Wat geen zinnig mens doet (all due respect voor de Bastiaen die er zich toch aan waagt). Waardoor dit stelletje gehaasten elkaar lekker verder kan opjutten en onbeschaamd uitpakt met frasen als 'Wat de Vlaming wil: ...'.

Nu begrijp ik niet waar al die mensen 's nachts zo dringend naartoe moeten dat ze per sé 150 moeten rijden. De ingewonnen tijd investeren ze toch maar in geleuter op weer een andere debiele facebookgroep. 'Jamaar, in de buurlanden...', keert hier en daar terug, waarbij verwezen wordt naar de 130 km/u maximumsnelheid in 15 van de 27 EU-lidstaten en het ontbreken van een snelheidsbeperking in Duitsland.

Maar waarbij ook gemakshalve vergeten wordt dat in België - in tegenstelling tot die buurlanden - elk boerengat (sorry, Lichtervelde) een afrit heeft. Dat België het drukstbereden autosnelwegennet van Europa heeft. En dat er in lands of the free als Canada (100 km/u), Australië (110 km/u) of de Verenigde Staten (120 km/u) helemaal niet zo vrijelijk geknald mag worden.
Het 'wij kijken verder dan onze neus lang is' waarop ze zich beroepen betreft dus enkel de neus van hun auto.

Over milieu-overwegingen durf ik het dan ook haast niet te hebben, dan komt er geheid een reactie als deze:

Mijn bomma mag gerust 120 km/u blijven rijden. Jullie groene jongens, mogen gerust 90 km/u rijden. Liefst van al gaan alle groene jongens met hun fiets, dan heb ik er helemaal geen last van.

Als er honderd wetenschappers zijn die zeggen dat een hogere snelheid de kans op ongevallen en de uitstoot van CO2 en fijn stof verhoudingsgewijs spectaculair verhoogt, dan zal er altijd een honderd-en-eerste zijn die naam maakt enkel en alleen door vol te houden dat dat allemaal fel overdreven wordt. Die honderd-en-eerste zal echter altijd meer dan 1 op 100 mensen kunnen overtuigen, omdat mensen graag horen wat ze willen horen.

In de politiek is Dedecker die honderd-en-eerste die maar bazelt wat hijzelf en een groep anderen - zijn kiezerskorps - graag horen, omdat hij daar een carrière kan rond bouwen. Wat voor gevolgen zijn gebalk verder heeft - ongevallen, verkeersindigestie, luchtverontreiniging - is van geen tel voor zijn soort van gezond verstand. Wie langer nadenkt dan de tijd die nodig is om naar zesde te schakelen, is immers een groene jongen.

Ah, ik hoef geen snelweg op om te ontvlammen.