woensdag 31 december 2008

Het jaar van de kat

"Geen kat downloadt 10 van de 13 miljoen online nummers" (Een cryptische titel in De Morgen van 31 december 2008, ogenschijnlijk verwijzend naar de 10 hitsingles die Luc Steeno dit jaar online gooide, maar feitelijk doelend op het feit dat 10 miljoen nummers nooit gedownload worden. 'Een kat downloadt 10 van de 13 miljoen online nummers', dát was nog eens nieuws geweest)


"De Kamer van Volksvertegenwoordigers is in crisis. Om 14.15u moest vandaag het vragenuurtje beginnen, maar zowel Yves Leterme als Jo Vandeurzen stuurden hun kat. De zitting werd een uur verlaat, maar Leterme kwam niet opdagen." (Clint.be op 18 december 2008, met een verklaring voor het geringe aantal downloads dit jaar - die beesten hebben een land te besturen)

"Brussel-Halle-Vilvoorde blijft als een egel door het politieke landschap kruipen. Volgens sommigen moet de oplossing deel uitmaken van een groot communautair akkoord, een gedrocht dus waarin een kat haar jongen niet meer vindt maar waaruit alle partijen argumenten kunnen distilleren om die oplossing te verdedigen." (Dirk Castrel in de Gazet van Antwerpen op 31 december 2008, handig voortbordurend op het voorgaande en meteen ook de nood aan een gestructureerd gezinsleven voor onze nieuwe bestuurders op de agenda geplaatst)

"Verdachte van moord in Lichtaart vrijgelaten na fout gerecht" (het persagentschap Belga op 17 december, mij even in de waan latend dat de gevangenisdirectie in Turnhout zich zo schuldig voelde over de schamele gevangeniskost dat ze bij wijze van compensatie besloten had hun gedetineerden te de-detineren)

"Echt gebeurd: kat overleeft val van 34 verdiepingen" (MSN Vandaag, 29 december, de geruststellende gedachte verspreidend dat de rest van het nieuws dit jaar maar om te lachen was - een fantastisch 2009 met alles erop en eraan gewenst, lieve lezers!)

maandag 29 december 2008

Je leeft maar één keer

"Als je je al die regeltjes en beperkingen moet aantrekken...," wierp ze me quasi achteloos voor de voeten, "je leeft maar één keer hé." Het ging over iets banaals (mogen cursisten in het avondonderwijs een glaasje wijn drinken binnen de klasmuren?) en het clichématige ontging mij niet.


Toch was het -naar alle waarschijnlijkheid ingevolge de verantwoordelijkheidszin die onvermijdelijk met de optelsom van mijn leeftijd en mijn persoonlijkheidsstructuur verondersteld wordt samen te gaan- lang geleden dat ik die nog gehoord had.

Mij overviel dan ook met iets wat onaangenaam hard op een schok leek het besef dat dit credo -ooit een overweging die ik mezelf als vanzelfsprekend maakte bij elke te nemen beslissing- mij in al mijn katholieke ijver om mijn bestaan binnen door mijzelf en anderen opgehoopte oevers te leiden al God weet hoe lang ontglipt was.

Van de weeromstuit brak het koud zweet mij - vast vol grote verwachtingen ontworpen, vol zorg gebouwd en met het nodige geschaaf min of meer proper afgewerkt - uit. Met een fiere uitdrukking op het gelaat - tred en oogopslag net verschillend van die van mijn buurman - had ik mezelf op mijn plaats gezet ergens tussen zoveel fiere anderen.

En daar sta ik uit zelfgekozen overtuiging standvastig stokstijf tot het stof der tijden mijn kleuren doet verglijden. Als een van de achtduizend en negenennegentig soldaatjes uit het terracotta leger van Xi-an, een denkbeeldige keizer beeldig verdedigend tegen morgendaagse rebellen op zoek naar bruikbaars voor nieuwe oorlogen.

Wie weet sta ook ik binnen 2200 keer driehonderdvijfenzestig dagen in een tot museum gedegradeerd godshuis te pronken, door gedimde spotlichten in het zicht gericht van betalende ogen die zich gulzig vergapen aan mijn nutteloze schoonheid.

Je leeft maar één keer.

dinsdag 23 december 2008

Groepspraktijk

Veel jong en een beetje oud schuiven aan voor het offerandeblok. Het alziende camera-oog registreert hoe zij eens zwaaien naar oma en opa en tante thuis. Sommigen kwamen met de trein, anderen hebben er een bedevaart te voet of met de fiets op zitten, artiesten en politici komen hun steun betuigen. Wie verhinderd is, stuurt een gift met de post.

De koster speelt liederen op verzoek om de sfeer erin te houden, de handbalclub van Brasschaat heeft pannenkoeken verkocht en komt de opbrengst afgeven. De pastoor (hij werkt tegenwoordig in een groepspraktijk om de klok rond te kunnen preken) zweept de gelovigen op en maant hen aan tot nog gullere giften.

Dat kardinaal Danneels er zelf niet op gekomen is, hij zal het zich tot in de eeuwigheid zijner dagen beklagen.

Leve Music for life.

vrijdag 19 december 2008

Barbera d'Asti

"Je merkt dat hij van de westhoek is, hé. Ik heb dat altijd al gevonden van de mensen van die streek. Ik bedoel nu niet de mensen van rond de Ijzer, maar meer naar het zuiden toe, rond Ieper. Altijd zo verbeten en koppig en altijd maar denken dat een ander hen een loer wil draaien."


"Wat een racist", fluister ik in een opwelling in het oor van mijn vriendin, de Kempische.

"Mijn moeder is van Kortrijk", vervolgt het kapsel in bontjas dat aan de toog bij de wijnhandelaar gretig het zoveelste proefaanbod aanvaardt, "en ik heb dat altijd al gemerkt dat verschil, eens je ginder kwam rond de kanten van Ieper, dat die mensen daar toch helemaal anders zijn."

Van Kortrijk. Uiteraard.

"Naar het schijnt wist die Limburger er ook van trouwens."

Helaas waren er geen Hasselse wijnproevers om ons over de eigenaardigheden van de Genkenaars te onderhouden.

Heerlijke wijn overigens, Barbera d'Asti.

dinsdag 16 december 2008

Lezergerichtheid

Aaaah het genot dat in de kleine dingen schuilt. Zo ontdekte ik vanmorgen -ik zou begot niet meer weten hoe, het was nog vroeg- dat ik de poort van de bewaakte fietsenstalling ook open krijg zónder mijn kaart uit mijn portefeuille te halen.

Ik haal mijn portefeuille uit mijn jaszak, zwaai er met het euh oog op een zo hoog mogelijke graad van terloopsheid van zo ver mogelijk mee naar het sensoortje en vervolgens opent de elektronische bewaker - geen klein beetje onder de indruk van zo'n dikke pak klantenkaarten, kassatickets, briefjes ter herinnering van nog af te handelen zaakjes, rekeninguittreksels en rosse centjes - fluks de schuifpoort, die zich met een lekker zoemend geluid achter de rest van het traliewerk terugtrekt.

Lasergerichtheid.

Als ik er nu nog in slaag om bij het verlaten van de kooi het ontsnapknopje in te drukken zonder de hiertoe al veel te vaak gebezigde wijsvinger uit mijn jaszak te moeten halen, moet ook dit laatste onderdeel van mijn pendeltraject zich gewonnen geven aan de algehele coolheid die ik nu al sedert mijn 9,5 jaar (toen ik ophield met naar de Jefi-films te gaan op woensdagnamiddag) nastreef in het publieke domein. Suggesties welkom.

Op de foto staat Marie Vinck, ik dacht aan haar toen een collega me zei dat ze Hilde Van Mieghem (moeder van), Jef Lambrecht, Stef Kamiel Carlens en nog een stuk of wat bekende koppen op het verjaardagsfeestje van Jan Fabre gezien had vorig weekend, en (hier komt de link) ze vertelde mij dat slechts een kleine tien minuten nadat ik de fietsenstalling verlaten had. Ik had dus ook een foto van Jef Lambrecht, Stef Kamiel Carlens, een elektronisch oog of een fietsenstalling kunnen posten, maar doe dat lekker niet.

Lezergerichtheid.

zaterdag 13 december 2008

Slachtoffercultus

“En als je nu eens gewoon stopte met werken?"
Mijn pendelcollega beantwoordde mijn wellicht wat verrassende denkpiste met een vragende, licht verwijtende blik.
“Je mag het mij niet kwalijk nemen en het komt misschien nogal pedant over dat ik zoiets suggereer – voor mij is het immers een denkoefening, voor jou is het realiteit – maar toch. Als je nu eens gewoon stopte met werken.”
Dezelfde blik, en ditmaal leek het er niet op dat hij zijn ogen van mij zou afwenden voor ik hem verduidelijking verschaft had: "Hoe bedoel je precies?" informeerde hij - evenwel zonder de gebruikelijke vraagintonatie die dient om duidelijk te maken dat de vraagsteller oprecht geïnteresseerd is.
“Denk even na", vervolgde ik mijn uitleg zonder enige poging om mijn cynisme te verbergen, "zelfs als je het puur vanuit je eigen welbevinden bekijkt zou het zo slecht niet zijn. Als je niet meer gaat werken, heb je alvast die auto van je niet meer nodig om naar onze vestiging in Zwevergramme te rijden. Die kan je verkopen, dat brengt wat geld in het laatje, en je hoeft geen belasting en verzekering meer te betalen voor je auto. Bovendien moet je dan vaker te voet en kan je je fitnessabonnement opzeggen."

"Je zal natuurlijk ook een heel stuk aan aanzien inboeten doordat je werkloos wordt, een hoop van je vrienden zullen je met een scheef oog gaan bekijken, en daar zal je vrouw het moeilijk mee krijgen. Na een maand of wat, als het haar duidelijk wordt dat je niet echt aanstalten te maken om nieuw werk te zoeken, zal ze voor het eerst wat kribbig worden. Twee weken later weten al haar vriendinnen het en vier weken later vertelt ze het aan haar ouders. Zes weken later beginnen vriendinnen én ouders haar te adviseren om je te dumpen. Acht weken later dreigt ze er een eerste keer mee om het af te trappen. Tien weken later is ze weg. Hup, nog een probleem opgelost.”

S. bleef mij aankijken en probeerde de conversatie –duidelijk bij gebrek aan valabele argumenten- maar tot flauwe grap te declasseren: “Kom nou, het is leuk genoeg geweest.”
Ik liet mij echter niet van de wijs brengen:“Je huis zal je natuurlijk moeten verkopen, dat kan je niet meer betalen. Tijd om iets nieuws te zoeken. Liefst niet te duur natuurlijk, je moet het met je uitkering allemaal kunnen bolwerken. Een luxueuze studentenkamer valt wellicht nog net binnen de mogelijkheden.”

Op dat moment begon de trein aan zijn laatste remmanoeuvre en reden we het station binnen. Ik stond net iets eerder op. “Misschien”, prevelde S, “misschien” – en ook hij greep naar zijn jas, klaar voor een nieuwe werkdag.

Eentje zónder slachtoffercultus.

woensdag 10 december 2008

Eldorado

De nieuwe film van de Coen Brothers heb ik nog niet gezien, maar omdat er straks nodig gefeest en geschranst moet worden heb ik nu maar al mijn favoriete films uit 2008 op een rijtje gezet. Goed, mijn lezers weten alles naar waarde te schatten en vinden dat kwaliteit zich niet in lijstjes laat vatten, maar besef: op deze manier bespaar ik het net én mezelf én u meteen een tiental saaiige filmbesprekingen per jaar.


De nummer 1 is een bescheiden maar mooie Belgische film die naar mijn aanvoelen veel te weinig promotie kreeg toen ze in de zalen was, al wordt deze prent van Bouli Lanners wel de Belgische genomineerde voor de Oscar voor 'beste niet-Engelstalige film'. Een prachtfilm, dat zeker - en net als nummers 2 tot 7 in de lijst hieronder een echte moet-je-gezien-hebben.

1. Eldorado
2. No country for old men (zie fotootje hierboven)
3. Into the wild
4. Entre les murs
5. 3:10 to Yuma
6. Bienvenue chez les ch'tis
7. Juno
8. Le silence de Lorna
9. Loft
10. There will be blood
11. Los
12. Forgetting Sarah Vaughn
13. Il y a longtemps que je t'aime
14. In Bruges
15. Cloverfield
16. It's a free world
17. Happy-go-lucky

Geen echt slechte films gezien in de cinema dit jaar, al vond ik 'It's a free world' en 'Happy-go-lucky' wel wat tegenvallen en beantwoordde 'There will be blood' niet aan mijn hoge verwachtingen na alle laaiende recensies. Wie net als dat cultuurminnende Punkerke van het grote doek houdt, moet overigens maar eens deze Facebook-petitie ondertekenen die de exuberante prijzen voor filmtickets bij Kinepolis aan de kaak stelt. Of naar de film gaan in de Sphinx of de Studioskoop natuurlijk.

Als een échte goudzoeker.

donderdag 4 december 2008

Little green ask

In een scène uit een van mijn favoriete films, het schaamteloos romantische 'Before sunrise', vraagt de verrukkelijke Julie Delpy zich af: 'Iedereen zegt dat technologie helpt om tijd te besparen. Daar geloof ik niet in. Want wat doen mensen met de tijd die vrijkomt? Ze gaan die niet plots besteden aan iets leuks of nuttigs of aan die reis die ze al lang wilden maken.' Heel juist, Julie. Computerspelletjes spelen, facebooken en bloggen, dat soort sociale netwerk-zever komt er van.


Zo ben ik deze week na de zoveelste uitnodiging ingegaan op zo'n 'lil green patch'-request op Facebook. Niet omdat ik echt een 'lil green patch' wil, maar omdat ik nauwelijks kan geloven wat die applicatie -die lijkt te bestaan uit een heleboel plantjes die je kan kopen of zo- de gebruiker tracht wijs te maken:

(Lil) Green Patch needs your help to fight Global Warming. You build a Green Patch with your friends. The application shows a running count of the square feet of rainforest saved by everyone as they use the application.

Wel, het is zover. Na zestig postjes krampachtige pogingen om niet in de openstaande bloggersvallen te trappen hou ik het niet meer en laat ook ik me naar aanleiding hiervan verleiden tot de standaard rechtstaande-komediant-introductie-van-een-betoog:

Hola, wacht even, 'let me get this straight', dus als ik het goed begrijp beweren ze hier eigenlijk het volgende: Alle gazetten zeggen wel
dat het Amazonewoud alsmaar sneller verdwijnt, maar als iedereen maar genoeg idiote spelletjes met bloemetjes en boompjes speelt op het internet, ondertussen al verantwoordelijk voor 0,5 % van het energieverbruik, fiksen we dat wel even. Nodig zo snel mogelijk al je vrienden uit om ook wat langer elektricitieit te verbruiken vandaag en samen redden wij de planeet van de ondergang. Wij zeggen wel niet hoe het werkt, maar we rekenen er gewoon op dat je even gedachtenloos doorklikt als de anderen die er al aan meededen.

Nu zijn er vast tig zaken die een mens via het internet kan doen om het Amazonewoud en bij uitbreiding de planeet te redden (bij deze: 'Onderschrijf eindelijk ook de 'Big Ask'-petitie, malloten die dat nog niet gedaan hebben omdat ze dat maar iets voor softies vinden!'), maar ons schuldgevoel afkopen door kleine groene perkjes te kopen op het internet is er géén van. Net als blogpostjes schrijven om op te roepen tot meer groen bewustzijn, hoogstwaarschijnlijk.

Als er dan toch verhit moet worden, dan beter met Julie Delpy in de hoofdrol.

zondag 30 november 2008

Bierviltjes zijn gevaarlijk

'Bloggen is gevaarlijk!' waarschuwde minister Pieter De Crem de natie deze week vanop het spreekgestoelte van het Federaal Parlement: "Iedereen kan naar goeddunken en zonder verantwoordelijkheid dingen schrijven en het is bijna onmogelijk om zich daartegen te verdedigen. Iedereen hier is een potentieel slachtoffer. We moeten ons daarover bezinnen."
Hij oogstte er warempel nog applaus mee ook.


Wat mij nochtans veel gevaarlijker lijkt is een minster die niet gewoon toegeeft 'ik heb mijn rol als vertegenwoordiger van ons land misschien niet geheel conform het protocol vervuld en ik had feitelijk ook in Bachten-Maria-Leerne iets kunnen gaan drinken' maar in een poging om imagoschade te vermijden zijn invloed aanwendt om een bloggende studente in de problemen te brengen.

Nog gevaarlijker is een minister die dat laatste feit daarna in eerste instantie ontkent en -wanneer dat vergeefs blijkt- vervolgens beslist om niet alleen op de boodschapper te schieten, maar meteen ook op het medium. De verzamelde horecabezoekers mogen zich gelukkig prijzen dat die barmeid haar verhaaltje niet op een bierviltje schreef om het vervolgens naar een krantenredactie te sturen, het zou rap gedaan geweest zijn met die staatsondermijnende kartonnetjes (vooral die zeshoekige).

Al moet ter verdediging van onze minister van defensie (iemand moet het doen) ook gezegd worden dat een zeker gevoel voor humor hem niet ontzegd kan worden. Die brave Pieter had het namelijk ook nog over 'een politieke afrekening'. Al goed dat hij ons dáárop wijst, want verder had niemand iets in de gaten. O-oh, die dekselse Cremb-o steekt zijn voorganger, Flag-O, stilaan naar de kroon zo. (zonder dank, Milow).

We moeten ons daar toch eens over bezinnen.

zondag 23 november 2008

Jeuk onder mijn rechtertepel (gezag 3)

De reden waarom ik van sneeuw hou is ook de reden waarom ik van kletsnatte weekenddagen hou: een mens hoeft zich niet af te vragen of hij binnenshuis dan wel buitenshuis zijn vertier zoekt, het weer beslist dat voor hem. Altijd handig.


Dit onderwerp terzijde geschoven zijnde (u wil mijn kerstverhalen écht niet horen): Onlangs postte Huiverinkt een straf stukje over de onbedoelde reikwijdte van blogpost. Ze had een impressie van het toneelstuk 'Vergeten straat' geschreven, en die impressie werd door een ijverige promomens zomaar eventjes op de site van het NTG gepubliceerd.

Een eer, maar ook even schrikken wellicht. En misschien zullen de losse impressies van Huiverinkt nooit meer écht los zijn. Mij zal het niet overkomen: mijn recensietjes (zoals dat van 'Een kind van God' van Rachida Lamrabet) komen netjes op CuttingEdge. Afleveren, gedaan en niets meer mee te maken.

Onderweg tussen twee postjes recenseert een mens per ongeluk echter ook al eens een pannenkoekenrestaurant, en onlangs kwam ik erop uit dat een niet bijzonder flatteus postje uit mijn internetdagboek het derde zoekresultaat oplevert wanneer pannenkoekenliefhebbers deze taverne uit Damme googlen.

Ik wist dat er vroeg of laat miserie van zou komen, van pannenkoeken te gaan eten in Damme.

Anderzijds: Volgens marketingmensen bestaat zoiets als slechte publiciteit niet echt, en ook: Volgens Nieuws.be is mijn gezag drie en dat van Gazet van Antwerpen acht. Ik wil maar zeggen: Taverne Ter Kloeffe is wellicht nog niet failliet, en hun klandijzie vindt waarschijnlijk vaker via Sijsele dan via Google de weg.

Nieuws.be, zei ik? Ah ja, al mijn postjes worden namelijk integraal door hen overgenomen. Nu ja, door de een of andere elektronische toepassing op die site, en net als de posts van bijna elke andere Vlaamse blogger, daar niet van. Maar het is niettemin eens dikke leut om als nieuwsbron te fungeren:

Het heeft gisteren ook in Ledeberg gesneeuwd! Barack Obama plant een gigantisch herstelplan! Vanavond eet ik stoofvlees! Het aandeel van Fortis wordt vanmiddag om 15.45 u opgeschort! Ik heb al enkele dagen last van een onbestemde jeuk net onder mijn rechtertepel!

Zo, weer 20 hits erbij op Nieuws.be.

Tot morgen, nieuwslustigen.

maandag 17 november 2008

Hoofdwachter

"Of die trein gaat stoppen in Gent-Sint Pieters? Dat weet ik niet meneer! Hoe moet ik dat weten? U zit op de trein, u moet dat vragen aan de hoofdwachter."
"Aan wie moet ik dat vragen, zegt u?"
"Aan de hoofdwachter."
"Jamaar, er is geen conducteur op deze trein en ik weet niet waar hij heen rijdt."
"Ah, dan gaat u gewoon moeten wachten tot de trein ergens stopt en uitstappen hé meneer."


"Jamaar, en wat als hij doorrijdt tot in Antwerpen? Ik moet naar Gent! Kan u de bestuurder niet verwittigen dat er iemand op zijn trein zit en vragen of hij stopt in Gent-Sint-Pieters?"
"Jamaar meneer, we kunnen toch niet zomaar een trein doen stoppen omdat er één passagier af moet? (duidelijk hoorbaar tegen collega) Dat is toch ongelooflijk!"
"Jamaar meneer, ik stond in Kortrijk op perron 3, op het bord stond duidelijk 'Gent-Sint-Pieters-Antwerpen', een trein stopt en ik stap op want ik dacht dat de trein een kwartiertje te vroeg was zoals anders, maar twee seconden later gaan de deuren dicht en vertrekt die trein, met mij als enige passagier. Ik wil gewoon weten of hij stopt in Gent-Sint-Pieters of dat u de bestuurder verwittigt dat er iemand op zijn trein zit."
"U zit zelf op die trein? Maar dan moet u dat toch vragen aan de hoofdwachter, dat is toch logisch. Alstublieft zeg."
"Jamaar, er is geen hoofdwachter op deze trein, meneer. Ik ben de trein van voren naar achteren afgestapt, ik ben de enige persoon op deze trein en de bestuurder zit in de locomotief. Ik wou gewoon even verwittigen en vragen waar deze trein stopt, ik ben tenslotte gewoon opgestapt op een trein die op mijn perron gestopt is en waarvan de deuren opengingen."
"Dan mocht u niet opgestapt zijn meneer (nogmaals tegen collega) Maar dat is nu toch ongelooflijk waarvoor de mensen durven bellen!"
"Ik vind het ook ongelooflijk, meneer."

En toen heb ik maar opgelegd (ik had feitelijk niets anders verwacht dan dit soort gesprek maar gezellig doen alsof er niets aan de hand was vond ik ook maar link) en verder wat van het landschap genoten, in mijn eentje op die dubbeldekstrein van maandag 18 november om 14.30 van Kortrijk naar Gent-Sint-Pieters.

Hoofdwachter op mijn eigen Rail Force 1.

donderdag 13 november 2008

KVK vs SVZW

Dat ze dat toch maar mooi geflikt hebben, Standard uit de beker keeperen. Maar dat ik daar ook eens goed moest mee lachen, toen ik met de fiets op weg naar mijn werk in Kortrijk een opschrift zag op de enige getagde muur die ze daar hebben (langs het fietspad naast de spoorweg), verkondigend: 'SVZW Boeren'. Die zit! 'SVZW Boeren!' Niet op een spoorwegbrug in Brussel of op een buskot in Gent, maar op de achterkant van een vergeten garage in... Kortrijk.


Ik moet er elke dag voorbij, een luttel half uur voor ik als frisse en montere lesgever mijn ochtendhumeur straal behoor te negeren, en werkelijk: sindsdien kom ik telkens met een brede glimlach aan op het werk - geen Bond-Zonder-Naam-spreuk (Glimlach! Nu! Vriendelijk! Naar! De! Eerstvolgende! Voorbijganger! Of! Behoor! Voor! Altijd! Tot! Het! Kamp! Van! De! Asocialen!) zou mijn mondhoeken verder omhoog krijgen.

Ik moet er daarbij bovendien over waken dat die beelden mij niet weer voor ogen komen van de Kortrijkse volksmens Vincent Van Quickenborne die na de bekerzege van KVK tegen Standard strategisch in het zicht van de vaste camera met een sjaaltje boven zijn hoofd op en neer stond te springen, of ik zou wellicht schaterlachend ons beduimelde lerarenhoekje binnenstrompelen.

Voetbal, in Kortrijk ook een feest voor de geest.

woensdag 12 november 2008

Het containerpark, du-uh

Ik doe niet meer mee aan al dat 'verguld de pil van de bittere boodschap met een laagje suikerhumor' en wil graag dat mijn toehoorders alvast noteren dat mijn exposé van vandaag op de volgende drie pijlers steunt:
1. Sommige mensen brengen werkelijk het slechtste in andere mensen naar boven.
2. Bij zakelijke transacties komt het al eens tot conflictsituaties bij onenigheid over de uitvoeringsmodaliteiten.
3. Punkerke kan ook gemeen doen - of er toch over fantaseren.


Het eerste puntje is een conclusie dewelke ik mijzelf genoodzaakt zie te maken nu een medemens mij - een links-progressieveling zonder loft maar met een gedachtengoed zo groen als een broccoli op een bedje van versgeplukte basilicumblaadjes - zo ver gekregen heeft dat ik ernstig overweeg een gloednieuwe hypermoderne stofzuiger die bij mij in het tuinhok staat naar het containerpark te brengen zodat Recupel dat ding helemaal kan ontmantelen. Het tweede puntje is - nou ja.

Vertaald naar mijn miezerige leventje betekent het tweede puntje gewoon dat de schepsels van wie we dit huis gekocht hebben mijn rug op kunnen - al is dat andere spreekwoord met 'maan' en 'lopen naar de' iets toepasselijker daar ik die tenzij-ik-mijn-gat-ervoor-moet-opheffen-ben-ik-altijd-weldenkenden liever niet meer te dicht in mijn buurt heb. 'Oh nee, nu volgt zo'n margi verhaal over een banale ruzie tussen kopers en verkopers', denkt mijn lezer vast al, en hij heeft gelijk. Mijn lezer is niet van gisteren, die stroop mag ik wel eens aan zijn baard smeren.

Dat een koophuis in tegenstelling tot een huurhuis niet netjes gepoetst achtergelaten wordt voor de nieuwe bewoner, dat wisten we vooraf. Dat we behalve centimeters dikke lagen stof ook een gebruikte pamper aantroffen achter de chauffage, ach dat is een leuk verhaal voor straks bij de koffie. Dat de klojo's hierna genoemd de verkopers er een andere interpretatie op nahielden van 'ingebouwde elementen' en de diepvriezer uitgevezen en meegenomen hadden - ach, we waren toch al van plan om iets zuinigers te installeren.

Dat er nog een hoop rommel en afval en twee kasten stonden - 'ach' had ik bijna opnieuw gezegd, als mijn vriendin me niet had tegengehouden. Want waar de rekbaarheid van mijn tolerantiegrens het sadomasochistische benadert, ligt die van haar keurig waar ze liggen moet. Het kan immers niet de bedoeling zijn dat wie een huis koopt eerst een camionet moet huren om al de rommel eruit te halen. Toch niet als het over een bescheiden rijwoning in de stad gaat zonder bijhorende schuur of garage waar een en ander kan staan wachten tot op de een of andere doelloze zaterdag.

'Ja, maar die kasten stonden daar al toen wij daar gingen wonen. En die potten (opgedroogde) verf hebben we maar laten staan zodat jullie nog kunnen bijverven als je dat wilt.' Over de fietswielen in de tuin en de rommel op zolder had ik maar niets gezegd, maar ik was vastbesloten me niet zomaar te laten ompraten. In mijn 'ik-stond-voor-heter-vuren-dus-ik-blijf-altijd-rustig'-toon antwoordde ik dat 'we die verf toch niet nodig gaan hebben' en 'dat ik toch niet weet waar ik met die kasten heen moet' en dat ze 'nogal in de weg staan bij het verven'.

'Euh, misschien moet je die bij het grof huisvuil zetten of naar het containerpark brengen, du-uh?' antwoordt de andere kant van de lijn, op een toon die lijkt te suggereren dat ik van een andere planeet kom. Op dat moment is schakelt mijn immer gemoedelijke innerlijke modus bruusk over van 'eens vriendelijk vragen' naar 'wat denkt dat kreng wel?' en besluit ik om maakt-niet-uit-wat voet bij stuk te houden. Wat uiteindelijk nogal een vermoeiende kwestie geworden is.

Toen ik na een week en herhaaldelijke vriendelijke telefoontjes en sms'jes (geen scheldwoorden, geen dreigementen, altijd 'groetjes' - ik laat mij niet kennen) nog altijd geen antwoord had gekregen op mijn eenvoudige vraag wanneer zij of haar vriend die meubels zouden komen halen (behalve dan een sms'je met de verwijtende tekst 'wij werken niet in het onderwijs of als bediende, wij hebben niet zomaar tijd'), voelde ik mij zo afgepist dat ik op zoek ging naar munitie en haar iets kordaats sms'te met de woorden 'onrechtmatige bewoning' en 'notaris'.

Waarop ze fluks haar mammie en pappie inschakelde om het meubilair te komen ophalen -want zelf had ze geen tijd- evenwel niet zonder ons te laten weten dat 'Voor de winst van (vul een hoog bedrag in) euro die we gemaakt hebben, willen we die rommel gerust komen ophalen'. Fijn zo, dat dacht ik er ook van. 'Maar goed, maar waar blijft die probleemstelling!?' vraagt u. Hier komt-ie-dan. Ja, U daar in de verste hoek heeft het al door, maar verbrod het nu toch nog niet voor de mensen die nog vol spanning de ontknoping zitten af te wachten.

Gisteravond klampte mijn nieuwe buurman-van-twee-huizen-verder mij namelijk aan toen ik thuiskwam van mijn werk: "Mijnheer, u moet eens komen, ze hebben hier vanmorgen een pakje afgeleverd voor u. U was er niet en ze hebben het bij mij afgezet." Het 'pakje' bleek een heus pakket met de grootte van een bescheiden barkruk, bevattende een hypermoderne stofzuiger. De bestemmeling is -inderdaad- de ex-bewoonster. Het ding staat nu in het tuinhok.

Wat ik níet ga doen, is het pakket gaan afgeven bij de bestemmeling. Met het oog op het vermijden van mogelijke conflictsituaties lijkt me dit een verstandige beslissing van mezelve - al moet ik toegeven dat het gegeven 'iets vertikken' ook een rol speelt. Wat ik graag zou doen: dat lelijke onding naar het kringloopcentrum brengen zodat iemand anders er toch iets aan heeft. Wat ik waarschijnlijk ga doen: een mailtje sturen naar DHL met de vraag of ze het pakket kunnen komen afhalen om het te bezorgen aan de rechtmatige eigenaar.

Of ik doe gewoon lekker margi terug en breng het 'naar het containerpark'.

Du-uh.

maandag 10 november 2008

Wij en de wijde wereld

En tewijl wij, would-be-Desmedtjes, ons als honderdste nieuwswatcher-voor-eigen-kring een kramp typen over forelrellen, zouden we haast vergeten om als ziljoenste aardbewoner de verkiezing van Barack Obama een heuglijk feit te noemen en de man zelf een baken van nieuwe hoop voor de wereldgemeenschap. Want het feit alleen al dat die slechte ouwe G.W. Bush zich nu kan gaan concentreren op dat nieuwe hekken rond zijn ranch en dat zijn oompie John hem daarbij gaat helpen is om van te huilen fantastisch nieuws.


Bovendien is Obama nog eens een wereldleider die speecht zoals het hoort, en strekken zijn idealen verder dan 'ban abortion' and 'let's hunt them down'. De badges, de pins, de emocracy, het besef dat de beloofde verandering niet echt voor morgen is en de melige voorpagina van die emo-rukkers van De Morgen, nemen we er dan gaarne bij. Het mag ook zo uitgevochten worden.

En terwijl wij als ziljoenste aardbewoner de verkiezing van Barack Obama een heuglijk feit noemen, zijn er slimmere jonge mensen die besluiten ondertussen te werken aan hun literaire carrière en dichtbundels uitbrengen. Dichtbundels! Ook een heuglijk feit, want zolang dichters een uitgever vinden, is het niet echt crisis.

En terwijl wij ons afvragen waarom we niet daar niet zelf eerder aan gedacht hebben, aan dichtbundels publiceren (we hebben toch allemaal nog wat leuke dingen liggen die we indertijd anoniem naar onbereikbare meisjes verstuurden), beseffen we dat deze jongeman nu een protégé van Gerrit Komrij is (Gerrit Komrij!) en dat hij dat er wel moet bijnemen.

En terwijl wij dat beseffen, zijn wij die M. Inghels dankbaar dat hij de 'dichter voor een nieuwe generatie' wil worden en dat wij buiten onze uren rustig verder kunnen klooien op het internet zonder al te veel ophef te veroorzaken en zonder in de gazet te staan met de titel 'ik wil een literaire hoer zijn' boven onze foto.

En terwijl wij allerlei onleuks insinueren over Gerrit Komrij (die eigenlijk toch een ongewoon straffe schrijver is) en Maarten Inghels (die toch een deksels potje kan dichten), beseffen we dat we weer in de gapende val getrapt zijn van het insinueren dat we wel beter weten, zonder echt uit te leggen waarom. Dat wij ooit -in ontvankelijker jaren - met Humo als koortsmeter een taalgebruik opgebouwd hebben dat grossiert in dit soort truken van de concertzaalbar.

En terwijl wij ons proberen te herinneren hoe dat ooit begonnen is, dat toontje van ons, beseffen we dat wij niet meer weten uit te leggen waarom iets mooi, lief, leuk is. Dat mooi, lief, leuk sowieso begrippen zijn waarin wij niet meer geloven, benoemd door woorden die ook de gewone mensen wel eens gebruiken en die we daarom maar liefst laten voor wat ze zijn, ons veilig beperkend tot vet, gedegen, authentiek, onderbouwd, fijn (enkel indien met licht-ironische bijklank), stukjes over Hugo Claus, woorden op -ing en schrijven in de 'we'-vorm. Change, no we can't.

Wij, dat is ik, die niet zoals zij wou worden.

donderdag 30 oktober 2008

En Pandy, kan die?

'Censuur!' kraaide Yves Desmet in De Morgen, toen duidelijk werd dat Jeroen Meus ons die avond niet zou vergasten op 'forel in botersaus' vanuit de voormalige berghut van de Führer. Werkelijk, blij dat iemand het zegt. Die Adolf Hitler wordt inderdaad doodgezwegen en zijn revolutionaire maatschappijvisie krijgt nergens nog de aandacht die ze eigenlijk verdient. Vooral het feit dat hij van 'forel in botersaus' hield, is cruciale informatie die de kijker en lezer vooralsnog onthouden werd in de talrijke biografieën over Hitler.


Om precies te zijn: eigenlijk vindt niemand iets terug over een eventuele voorliefde van Hitler voor forel in botersaus in de meters boeken die over hem geschreven zijn. De symmetrisch besnorde was naar verluidt vanaf 1938 vegetariër, vis was zeker niet zijn lievelingsgerecht en 'Forel in botersaus' is gewoon een streekgerecht uit Berchtesgarden. Althans volgens de Hitler-experts. Canvas nieuwe stjil wil echter een brug slaan naar de kijker - en dan mag de redactie van Plat Préféré toch zeker wel zelf kiezen welke bekende kop misschien ooit wel 'forel met botersaus' gegeten moet hebben?

Helemáál halfgaar gebakken is de nieuwe Facebookgroep met de naam 'Laat ons de uitzending Plat Préféré van Jeroen Meus met Adolf Hitler zien!'. Niets beters om voor te klikken, huh? De strijd tegen klimaatopwarming, onrecht, hongersnood, oorlog? Maar jullie willen -in naam van de persvrijheid- dat idiote tv-programma met zijn ophefmakende foutieve informatie? Vrijetijdsvrijheidsstrijd, dat. Misschien start ik maar eens mijn eigen groep: 'Laat ons de uitzending Plat Préféré van Jeroen Meus met Andreas Pandy zien'. Wordt vast ook een succes.

We hebben jarenlang Herwig Van Hove en zijn sehr pünktliche 'Duizend Seconden of ik bijt uw neus af, Felice' moeten doorstaan. Terzake, Histories, Panorama, Telefacts, Koppen en Karrewiet mogen ons overstelpen met trivia allerhande over Pinochet, Pol Pot, Ceausescu, Kwak, Boemel en Anatool. Bart De Wever mag in Volt komen uitleggen dat hij zijn stukske vlees niet kan missen. En ja, van mij had die brave Jeroen Meus ons ook mogen wijsmaken dat Adolf Hitler graag forel in botersaus at, ondertussen quasi achteloos het visje opensnijdend.

Maar wat was er ook alweer mis met wat goede smaak in een kookprogramma?

zaterdag 25 oktober 2008

Thalassa's taalstrijd

Gisteren naar 'In Bruges' gekeken op DVD. Wat een slaapverwekkend filmpje, onhandig schipperend tussen komedie, thriller en psychologische prent. Het lijkt wel alsof de makers het Bokrijk Van Het Westen écht een shithole vonden (zoals hoofdpersonage Ray meermaals beweert in de film) en de klus zo snel mogelijk wilden klaren. De finale mag er best zijn, maar de dialogen zijn zodanig bordkarton dat ik me begon af te vragen wie de tekstballonnetjes weggehaald had.


Maar er is ook goed nieuws.

Er valt namelijk wél aardig wat amusement te halen uit de extra's bij de DVD. Zoals het promofilmpje waarin de kijker cameragewijs over de Reien gevaren wordt, terwijl onderaan een tekst door beeld schuift met een aantal wetenswaardigheden over Brugge. Daarin vernemen we dat er dankzij een stormvloed in 1134 een kreek uitgeschuurd werd tot aan Brugge, dat onmiddellijk een dwarsdijk bouwde tot aan Damme, Duitsland. Zo zie je maar, als je even niet oplet gaan die Duitsers zelfs terug in de tijd om hier en daar wat te annexeren.

De nieuwsgierige kijker leert ook dat er drie officiële talen zijn in Brugge: Nederlands, Frans en Duits. Ha ja, kwestie dat onze cultuurminnende bezetters de boel hier niet voor niets zijn komen overnemen, heeft de Vlaam hun taal maar geofficialiseerd. Het is dan ook een behoorlijke kemel dat het Spaans hier over het hoofd gezien wordt. Niet getreurd echter voor de toerist die van wat verder komt, want de meeste mensen spreken er ook Engels.

In Frankrijk kunnen ze er alvast niet mee lachen dat Brugge met medewerking van een geheel Engelstalige filmploeg op dergelijke slinkse wijze de Franstalige toerist naar zijn versteende geschiedenis tracht te lokken. De Fransen besloten dan ook hun visserszonen naar Brugge, nabij Duitsland, uit te zenden om een eind te maken aan dit toeristisch imperialisme in tijden van economische crisis. Pech voor de bemanning van de Zeebrugge 63 Thalassa die toevallig in hun vaarwateren terecht kwam.

Terwijl ze op Sint-Jacobsschelpen aan het vissen waren ergens voor de Franse kust werd hun schip bijna tot zinken gebracht door de Franse armada. De kapitein van het schip begrijpt niet waarom net hij werd geviseerd: "De voorbije weken waren er Ierse en Schotse vissersboteren in Franse wateren actief. En dat stak dan waarschijnlijk hun ogen uit. Maar om dan op deze manier te reageren..." "Ze willen de vangst van onder andere Sint-Jakobsschelpen voor zich alleen", zegt Ivan Victor, voorzitter van de Stichting Duurzame Visserij-ontwikkeling.

Wij weten wel beter. Haal die spotprent uit de rekken!

donderdag 23 oktober 2008

Briefjes op deuren van studentenkoten

"Heeft hij Famous blue raincoat gespeeld?" vraagt mijn collega S. me op de trein. Hier zitten twee muziekliefhebbers tegenover elkaar, Cohen-fans bovendien. Okeeje mensen dus, maar toch is er geen ontkomen aan. Onvermijdelijk volgt nu een steekspel op een onchristelijk ochtendlijk uur. Dit is het gesprek dat ik niet wou hebben, reden waarom ik hem angstvallig verzweeg dat ik naar het optreden van Leonard Cohen geweest was in Vorst. Maar hij is er toch achter gekomen.


"Dat is een van mijn favoriete nummers van Cohen," vervolgt S., "wist je dat het eigenlijk een brief is die hij schrijft aan een vriend die met zijn lief gerollebold heeft?" Nee, dat wist ik niet. Ik besef dat ik waarschijnlijk een beteuterd gezicht trek en haat mijzelf erom. Ik wil ook niet dat S. denkt dat ik een mooiweerfan ben die er alleen maar bij is omdat de goede smaak het dicteert. Ik pak uit met een voorzichtige tegenzet: "Komt van Songs of love and hate hé, als ik me niet vergis." Ik weet zeker dat ik me niet vergis, maar wil niet competitief lijken. "Weet ik niet, ik heb het van een Best Of", moet S. toegeven. Een onverhoopt succesje.

Wat ben ik onaangenaam in dit soort situaties. Ik vervloek mijn gesprekspartner om zijn wijsneuzerigheid, maar besef dat ik eigenlijk net zo ben - of nog erger wellicht. Een kantje van mezelf dat ik liever verborgen houd en dus manoeuvreer ik ons gesprek handig naar Various Positions, een heerlijke Cohen-plaat die ik van voor naar achter en terug kan meezingen. Maar eens thuis grijp ik meteen naar Songs of love and hate en hoor voor de tweede keer die week (de eerste keer was in Vorst) de openingsregels van Famous Blue Raincoat:

It's four in the morning, the end of December
I'm writing you now just to see if you're better
New York is cold, but I like where Im living
There's music on Clinton Street all through the evening


Plots besef ik waarom ik al zo lang niet naar Songs of love and hate geluisterd heb. De plaat herinnert mij aan de eenzame avonden op mijn studentenkamertje in de buurt van die verrekt hippe maar tegelijk verschrikkelijk troosteloze Vlasmarkt, toen mijn beste vrienden Leonard Cohen, Bob Dylan en Tom Waits heetten en ik daadwerkelijk om vier uur 's ochtends brieven zat te schrijven naar een meisje dat nu in Frankrijk woont, zwelgend in mijn eenzaamheid met lege flesjes Carapils naast het bureau en Songs of love and hate op de achtergrond.

Het internet en de mobiele telefonie zaten nog ergens in een hoogtechnologische pijpleiding te wachten tot een commercial director besloot dat ook het gepeupel zich voortaan aan deze nieuwe bronnen van kennisuitwisseling diende te laven. Vriendschappen werden nog niet met een klik aangevraagd maar moesten met de nodige assertiviteit -eigenschap waarin ik toen niet grossierde- afgedwongen worden en daarna onderhouden met briefjes op deuren van studentenkoten. Privacy was toen nog geen luxe en nietigheid een soort van dagelijks besef. Dat die dagen toch hun charmes hadden, dank ik aan Leonard Cohen

"If the solitude ever grows too bitter, may we remember each other", waren de woorden waarmee hij maandag dat onvergetelijke optreden afsloot. En plots voelde ik mij weer 21.

maandag 20 oktober 2008

Foie grasduinen

"Wie is toch dat Punkerke?" vragen de mensen mij soms. Akkoord, de mensen is wat misleidend. Veelal betreft het bezetters van de hogere financiële, literaire en politieke kringen die ooit door de mangel gehaald werden op mijn blog en mij terzijde nemen op een van die champagnediners waarmee ik mijn weekenden vul sedert ik op 1 sta in Freaqs Blog 40. Men moet de fruitwijn drinken wanneer ze nog parelt, bloggen is dan ook de laatste van mijn zorgen: wie in de roes van het nu leeft moet dat namelijk tegen-woordig doen, daar is geen ontkomen aan.


'Geen idee, maar dat het een straffe gast is, dat kunnen we niet ontkennen', antwoord ik dan steeds, mezelf aldus genadeloos het aanzien ontzeggend dat mij te beurt zou vallen door alleen nog maar te laten doorschemeren dat ik die vraag wel zou kunnen beantwoorden als ik daar zin in zou hebben tenminste. Bescheidenheid, het siert me op stierlijk irritante wijze. Terwijl bij het internetzeven nochtans veel veronachtzaamds op te vangen valt dat dat Punkerke zonder veel vijven en zessen uit die top tien zou eenentwintigen als iemand er acht zou op slaan.

'Roezemoezen', bijvoorbeeld. Ze schrijft prachtige zinnetjes als 'Stadsdeelraadsleden: het zijn ook net mensen' of 'vervolgens begon ik weer enkele minuten aangenaam te stamelen' en woorden als bloedsjacherijnig worden in al hun Hollandsheid plots exotisch wanneer door haar gebezigd. Ook uit het Nederlandstalige buitenland komen de tekstjes van Merlijn, weze het dat die zijn talenten iets spaarzamer tentoonspreidt. Als ze maar eens allemaal alles zo mooi zouden neerpennen als die twee, was de verstaanbaarheid van onze Noorderburen helemaal geen probleem meer.

Mijn andere vaste waarden (Alexander, Freaq, Ishku, Jatarara en andere) staan al langer in de linkerkolom gerangschikt, zo min of meer in de volgorde waarin ik hun blogs op nieuwigheden nakijk. Naar het schijnt bestaan daar downloadbare programmaatjes voor, maar het plezier van het grasduinen wil ik mezelf niet ontnemen. 'Mohow' verdween onlangs in het niets, maar blijft nog even staan in de hoop op een onverhoopte terugkeer. En de reisverhalen van Digb sla ik over, maar hij wist mij onlangs wel reuze te vermaken met zijn stukje over de kleine man in de straat.

Maar goed, de foie gras wordt geserveerd merk ik - we spreken elkaar later nog, d'accord?

maandag 13 oktober 2008

Hoe de goede huisvader verraden werd

Eén woord, acht lettergrepen, klinkt als lagesnelheidsferrari en probeert net te opzichtig de waarheid geweld aan te doen. Goedehuisvaderaandelen, inderdaad. Tot voor de financiële crisis had ik het woord nog nooit gehoord. 'Huisvaderaandelen' lijkt mij dan ook een juistere benaming, dat aandelen kopen en goedehuisvaderschap iets met elkaar te maken hebben, zou ondertussen toch wel stilaan het rijk der fabelen bereikt moeten hebben.


Wat een goede huisvader wel doet? De afwas natuurlijk. En langetermijnsparen, eventueel. En pensioensparen ook. Ah, pensioensparen. Nog zo'n bizar woord. Zoveel jaren geleden plots het nieuwe wonderding: wie niet aan pensioensparen deed, was niet eens een huisvader of kon het nooit worden zo leek het wel, en af te trekken van de belastingen bovenop. En geef toe, klinkt er iets gezapiger, slaapverwekkender en minder gevaarlijk dan dat suffe 'pensioensparen'? Interviews met François de Keersmaeker tellen niet mee.

De brave huisvaders en huismoeders die dat best een goed idee vonden, wat geld opzij zetten voor later met een geruststellend kwaliteitslabel van Vadertje Staat, merken nu echter tot hun ontzetting dat ze feitelijk aandelen gekocht hebben en dat de waarde van hun pensioenspaaraandelen naar beneden dondert als had men er François aangehangen alvorens ze bij het beursafval te droppen. Daar had die bankdirecteur indertijd toch niets over gezegd?

Voor de zekerheid ben ik maar eens de definitie van 'sparen' gaan opzoeken in het woordenboek. Er stond in elk geval niet: 'Geld ter beschikking stellen van speculanten tot aan uw pensioengerechtigde leeftijd, met fiscale aftrekbaarheid om de rooien te sussen.' Waarom men het niet gewoon 'pensioenbeleggen' noemt? Omdat dat een lelijk woord is, veronderstel ik. Als het erom gaat goedehuisvadercentjes binnen te rijven, is esthetiek geen ijdel begrip in de bankwereld.

Ik ben er ook even mee begonnen toen ik net begon te werken en nog thuis woonde ("Ik zie dat je wat spaargeld over hebt - misschien moet je eens aan pensioensparen denken, dat is aftrekbaar"). In de vaste overtuiging dat het over sparen ging, althans meer wist men mij niet te vertellen en voor kleine lettertjes had ik geen tijd. Niet gejankt natuurlijk, ik ben jong, had de voorbije jaren toch andere prioriteiten dan pensioensparen en de beurzen hebben nog alle tijd om zich te herstellen eer ik mij terugtrek uit het beroepsleven. En wattafuk, dat ook.

Minder geluk hebben zij die rond deze tijd op welverdiende rust gaan en dachten dat hun spaargeld ergens veilig op de bank lag aan te dikken aan het gezapige tempo van François' buikomtrek. Door vetbetaalde CEO's allerhande werd er gerotzooid met hun centjes en nu de speeltijd voorbij is op de beurzen betalen zij de rekening. Nog minder geluk hebben zij die hun geld braafjes op een spaarrekening geplaatst hebben bij Kaupthing en nu maar kunnen hopen dat de zaak daar opgelost raakt. Niks geen 'speciale regeling' voor hen die vrede namen de rente van een internetspaarboekje.

Als daar maar geen goedehuisvaderdrama's van komen.

donderdag 9 oktober 2008

Erieks Satierische Grote Blogbedrog

Heerlijke hobby, dat bloggen. Niets moet, alles mag en het floept je uit alle richtingen zomaar tegemoet. De bewusteburgersporno van de 21ste eeuw, zeg maar. En voldoende bits and pieces voor heelder generaties nog ongeboren wetenschappers die te weten willen komen hoe de moderne mens anno 2008 zichzelf zag - of toch hoe de moderne mens anno 2008 graag gezien wou worden door zijn socialeklassegenootjes. Want het zijn hen die ze willen imponeren, niet de middenstandsorganisatie van de een of andere Oost-Vlaamse bloemengemeente. De lagere school, dat nooit meer.


Al dat klamme prestatiezweet heeft als voornaamste doel een handjevol andere bloghobbyisten - die ze meestal van haar noch pluim kennen en die zelf ook niets beters te doen hebben - duidelijk te maken dat ze nog altijd mee zijn, dat ze de zaken nog altijd vanuit een comfortabel vogelperspectief bekijken, dat ze zich niet laten vangen aan de waan van de dag, dat ze ondanks hun eerste verantwoordelijkheden (job, relatie, vaak ook huis en kinderen) toch nog bijdetijds zijn en een ongelooflijk interessant dan wel van grootse daden en emoties overlopend bestaan leiden.

Terwijl ondertussen hun vrouw het eten aan het klaarmaken is of de strijk aan het doen, zij de jengelende kinderen naar bed brengt en hen voorliegt dat paps teveel werk heeft om een verhaaltje voor te lezen, terwijl hun zicht alsmaar verslechtert tot ze alleen nog over een soort tunnelvisie beschikken: tikken, tikken, tikken. Terwijl zij vast meer volk zouden bereiken als zij hun stukjes zouden voorlezen op de Ledebergse zondagsmarkt dan door hun vingers te verslijten aan hun klavier.

Want ja, zo vol zijn zij van zichzelf dat zij hun toetsenbord een klavier noemen, aldus op blasfemische wijze suggererend dat Erik Satie eigenlijk een soort middelmatig begaafde typist was. Terwijl dus ondertussen het echte leven zich elders afspeelt, verhalen zij over het leven dat zij lijden. Want lijden doen ze. Verzuchten, aanklagen, de zaken bevragen, zich actualiteit- en kredietcrisiskritisch nooit tot algemeenheden verlagen, en altijd in dat verzameltaaltje dat hun literaire aspiraties wel verraadt maar zelden waarmaakt.

Het tenenkrullendst zijn dan nog de stukjes -sorry blogsposts- van bloggers over andere bloggers die over nog andere bloggers beweren (zieligaard! prutser! non-talent! on-coole! schijtluis! bewusteburgerspornoproducent! middelmatig begaafde typist! blogosfeermeneer!) wat net zo goed over hen zelf beweerd kan worden. Wanneer dit alles bovendien met zo'n verplichte zogenaamd zelfrelativerende maar feitelijk zelffêterende en walgelijk samenzweerderige knipoog gebeurt, is het helemaal om van te kotsen en is de bodemkoers in zicht.

Heerlijke hobby, dat bloggen.

zondag 5 oktober 2008

Drieëntwintig jetons

Ook ter hoogte van de wereldeconomie is het nu definitief herfst, nieuwe televisieseries nemen de plaats in van wekelijkse fietstochtjes, chauffageketels gaan stuk in net betrokken woonsten, ik heb al een maand geen tijd meer gehad om te gaan sjotten, en zelfs de stakingen zijn niet meer wat ze geweest zijn. Om maar duidelijk te maken dat Punkerke niet degene is die jullie dag zal opfleuren met een leukig stukje.


Voor wie nog niet genoeg heeft aan deze huis-tuin-keuken-saaie-leventjes-horror, is er nog altijd 'Gekweld', de nieuwe roman van Chuck 'Fight club' Palahniuk. Niet zo lang geleden zag ik toevallig een interview met de man op tv, waarin hij verkondigde 'I want to involve my readers intellectually, emotionally ànd physically'. Dat laatste is geen loos woord, want dit moet het eerste boek ooit zijn dat mij bij momenten bijna deed kokhalzen. En ik zeg nochtans niet zo rap 'ète'. Een willekeurig nasmaakje:

"Stoned en geil duwt ie het naar binnen, dieper en dieper het pisgat van z'n lul in. Met nog een flink stuk kaarsvet dat eruitsteekt gaat ie aan de slag. Ook nu nog zegt ie dat die Arabieren lang niet gek zijn. Ze hebben het afrukken helemaal opnieuw uitgevonden. Plat op z'n rug op bed gaat ie zo lekker dat die gozer niet meer let op z'n kaarsvet. Hij is nog één flinke ruk van klaarkomen af als ie ziet dat het kaarsvet er niet meer uitsteekt."

Enzoverder enzovoort. Palahniuk trekt behoorlijk wat registers open dus. 'Gekweld' is een raamvertelling met daarin een twintigtal bij momenten poëtische maar veelal lugubere kortverhalen, verpakt als schrijfsels van de beginnende auteurs die deelnemen aan een 'schrijverskolonie' (lokroep: 'zeg 3 maanden je leven vaarwel en kom buiten met een meesterwerk') die langzaamaan het ziekste in de deelnemers naar boven brengt.

Lezers met een iets te groot voorstellingsvermogen én een weke maag zetten best een emmertje klaar naast de leeslamp. Wie zich toch graag aan deze leeservaring (die ik ten zeerste kan aanraden) wil wagen, kan de paperbackeditie dankzij een speciale actie van uitgeverij De Geus - ze zijn de Fortis-aandeelhouders daar niet vergeten - voor 3 euro op de kop tikken (en vervolgens op eigen risico meenemen naar huis).

En da's géén geld voor drieëntwintig jetons voor het spookhuis.

vrijdag 3 oktober 2008

Gebaseerd op waar gebeurde feiten

Ik heb het altijd geweten: die betweterige, pseudo-artistieke, linke en veel te linkse bloggers die het telkens weer zo goed kunnen uitleggen zijn dan toch geen haar beter dan de politiekers. Keihard proberen te scoren in aanloop naar de volgende verkiezingen (een nieuwe update van Freaqs Blog 40), dan merken dat ze - nota bene met dank aan de luireterigheid van de rest van Bloggend Vlaanderen - op 1 beland zijn, om er vervolgens drie weken het absolute zwijgen toe te doen en ergens in het gezelschap van een keurgroep aan weelderige blondines cocktails te gaan drinken op kosten van de kleine surfer.


Of wacht, ik ben verhuisd, juist. Ik kan me ondertussen al ternauwernood meer voorstellen hoe het was om in een appartementje te wonen met zicht op de Groene Vallei en geniet al volop van de grijzende gevels van Ledeberg. Dure woorden als verwerkingsproces en dergelijke zijn dus niet van toepassing en voer voor de damesbladen. Bovendien zeggen de mensen hier vriendelijk goedendag en zijn er heerlijke kippebilletjes te koop op de zondagsmarkt. Niet dat mijn lezers daar veel mee aan kunnen, maar na de iets te losse confessies over mijn cinemabezoek in mijn vorige post moet ik van mijn image director dringend even afstand nemen van goedkope duurdoenderij.

Of financiële crisis zoals men het ook pleegt te noemen, die een eerste orgelpunt beleefde nadat ik op vrijdag 26 september mijn adreswijziging besloot door te geven aan wat even later (no time for tissues) floeps de Nationale Bank bleek te zijn geworden. Flexible solutions indeed voor een sector die anders van geen staatsinmenging moet weten. Daar konden ze bij Club Brugge niet mee lachen (Jacky Matthysen: "Blijkbaar is het nu zover gekomen dat onze federale regering de shirtsponsor van Anderlecht kan zijn - ik stel alleen maar vast") en een ziedend telefoontje naar de top van Dexia later hadden we zowaar twee nationale kassen. Alstublieft, dankuwel!

Al sjans dat Base niet in het bankwezen zit.

maandag 15 september 2008

Los

Het is ondertussen geen nieuws meer, maar: In Bruhhe starten ze binnenkort een cursus Regionaal Taalgebruik voor anderstaligen. Als getogen West-Vlaming, leraar Nederlands voor anderstaligen én blogger ben ik het aan mezelf verplicht daar een mening over te hebben. Damn. Ik kom in eerste instantie niet verder dan: goed initiatief, voor mensen die al een basiskennis Nederlands hebben natuurlijk. Het kan het wederzijdse begrip -in de letterlijke betekenis van het woord- alleen maar vergroten én er is vraag naar bij anderstaligen.


Maar het wringt toch en wel hierom. De anderstaligen in kwestie gaan hoogstwaarschijnlijk niet naar de cursus Regionaal Taalgebruik uit interesse voor het Brugsch maar wel omdat ze geen snars begrijpen van wat die middeleeuwsestadbewoners hen in hun versteende interpretatie van het Nederlands proberen duidelijk te maken. En dat zegt wellicht meer over de gebrekkige taalvaardigheid van een deel van die Bruggelingen dan over die anderstaligen. Nu klinkt het nog 'dat ze eerst eens fatsoenlijk Nederlands leren', wordt dat in Brugge over enkele jaren dan 'dat ze eerst eens fatsoenlijk Wesvloms ljirn'?

We proberen ons ondertussen voor te stellen hoe een Bruggeling zou reageren als hij in pakweg Taiwan met eenzelfde situatie geconfronteerd zou worden. "Miljaarde, kljire ier nu ol e joar under zoeloewoeloe mo vor under te verstoan moek nog under zoeloewoeloeboeloe goan ljirn wok? Ja verzekers!" En terecht. Want waar eindigt de 'plicht tot integreren' dan eigenlijk? Tom Naegels -beroep: de zaken treffend verwoorden- verwoordde het in zijn column in De Standaard treffend als volgt: "Voor veel mensen is dat dialect gewoon een tuinhek: 'Tot hier en niet verder'."

Nu we het over die Tom Naegels hebben: Gisteren was ik op een van de voorvertoningen van 'Los', de nieuwe film van Jan Verheyen naar het gelijknamige boek van die Tom Naegels. Euthanasie, racisme, liefdesperikelen, het twintigerschap: het zit er allemaal mooi in 'zonder dat de film zwaarwichtig wordt' en op de site valt een 'educatief dossier voor de leerkracht' te downloaden. De terzijdes waarin de hoofdrolspeler het publiek rechtstreeks aansprak hadden voor mij evenwel niet gehoeven en geven de film nu en dan een wat uitleggerig toontje - zelfs al ging het er om uit te leggen hoe moeilijk het allemaal uit te leggen valt, dan nog voelde de bioscooopbezoeker in mij zich wat bekleuterd.

De beoogde feel van de film (laat ons eens goed lachen met al die problemen en ze toch niet ál te serieus nemen) ligt er net wat te dik op, wat een veel braver beeld oplevert dan het boek oorspronkelijk schetste. Maar die Sana Mouziane (zie foto) zet een geloofwaardige Pakistaanse asielzoekster neer en Pepijn Caudron speelt een aaibare Tom Naegels (een jonge, twijfelende links-progressieve intellectueel, vage plannen over later en Parijs, een beetje problemen in de liefde - type waarin veel bloggers zich wellicht herkennen). Ook Jaak van Assche doet het goed als de stervende opa van Tom. En ja, ik kreeg het verdorie even moeilijk toen Pepijn Caudron het zinnetje 'Als ik u niet meer zie, houd u goed' bracht, dat ik al kende uit het boek.

Mijn lief heeft er niets van gemerkt, gelukkig (bijna zitten bleiten bij een film van Jan Verheyen! ik mag er niet aan denken wat dit zou betekenen voor mijn toch al serieus afgebrokkelde cool), zodat ik achteraf geheel stoicijns en terug in de plooi kon volhouden: 'Fijn filmpje, ook al was het boek net iets beter.'

zondag 7 september 2008

Slimmer dan de gazet

"Dialoog van de laatste kans". Het stond er, heel onbeschaamd, op de voorpagina van De Standaard zaterdag. Zonder een hint over wat er dan moet gebeuren als deze dialoog mislukt. Je kent het wel van op de speelplaats vroeger:
Vlaminck: "Ik ga het nog één keer zeggen hé, of anders!"
Dewael: "Of anders wuk? Hé? Wuk?"
Vlaminck: "Anders ga'k naar de meester om te zeggen dat ik geen klasverantwoordelijke ne meer ben!"
Dewael: "Pfwoa! Alsof de meester dat gaat goed vinden. Vorige keer ging je dat ook gaan zeggen, en ge zijt mogen terugkeren met nog meer werk dan tevoren."

Vlaminck: "Ja, maar nu is het voor echt! En ik speel niet meer met u samen. En ik wil mijn bolleketten terug die ik vorig jaar gegeven heb."
Dewael: "Gegeven? Dat was eerlijk afgesproken ja!"
Vlaminck: "Ja, eerlijk afgesproken, dat kan allemaal goed zijn, maar misschien moeten we dan de afspraken ne keer veranderen, want ge zijt er ferm mee aan 't rammelen gij met mijn knikkers."
Enzoverder enzovoort.

We mogen natuurlijk hopen dat Dewael zijn 'Wuk!' laat vallen en dat Vlaminck niet dreigt van naar de meester te stappen. Maar geen kat die de krantenkoppen écht nog gelooft als die 'laatste kans' en 'Le terme' kraaien. Wij zijn ondertussen allemaal slimmer dan de gazet geworden en vragen ons enkel terloops nog eens af waar het met ons land naartoe moet. België is een kibbelend ouderpaar geworden dat al net iets te lang roept dat het rap gedaan zal zijn en in de fase gekomen is waarin in het bijzijn van de kleine besproken wordt wat er met die kleine moet gebeuren eens het zover is.

De kleine, we zullen hem maar 'Brussel' noemen om het evenwicht te bewaren, kijkt verveeld op wanneer zijn uit-de-tijdse pa en ma elkaar weer eens met veel volume en grote woorden bestoken, roept 'kan dat niet wat stiller?', en doet verder aan de afwas. En wanneer vader op zoek naar zijn Gordel in een punaise trapt die de kwaaie mama daar gelegd heeft, muist Brusselke er stilletjes van onder om boodschappen te doen voor het eten vanavond.

Samen blijven voor de kinderen dan maar?

vrijdag 5 september 2008

De lichtjes van de Schelde

Vorige zomer ben ik naar Tübingen, Duitsland op reis geweest, gewoon voor mijn eigen vermaak. Ik moest daar niet per sé zijn in Tübingen, ik heb daar geen familie of vrienden wonen en er is daar ook geen winkel waar ik iets wil kopen wat ze hier niet hebben want tegenwoordig hebben ze overal alles, met dank aan de globalisering. Er is zelfs een pittakot in Kortemark met lekkere pitta in durumbrood en ze hebben in mijn geboortedorp nu ook dezelfde bloembakken als in Antwerpen, die prachtige metropool aan de majestueuze rivier De Schelde. Je weet wel, van dat weemoedige liedje van vroeger, ‘De lichtjes van de Schelde’ van Bobbejaan Schoepen. Ik ben geen Antwerpenaar en kom er ook niet zo vaak (behalve soms als ik zin heb om nog eens een olifant of een maraboe te zien). Ja, ik voel vaak zelfs een zekere weerzin tegenover de bewoners van dat veel te grote havendorp die allemaal (zo dicteert het gesundenes Volksempfinden, en wie ben ik om iets Duits tegen te spreken) denken dat de nulmeridiaan door hun gat loopt.


Terwijl die natuurlijk door Greenwich bij Londen loopt, zoals we allemaal weten. Ik ben er onlangs nog geweest – ook dankzij de nooit aflatende vooruitgang kon ik ’s morgens om 5 uur opstaan, een dagje in Londen rondstruinen en ’s avonds om half twaalf alweer liggen soezen in mijn eigen bed. Tijdens dat dagje Londen ben ik in Greenwich geweest en inderdaad: hij ligt er die vadsige nulmeridiaan die –geen opwarming van de aarde of Apocalyps kan daar iets aan veranderen- nooit een vin verroert. Althans dat denk ik toch want ik heb die meridiaan ook niet zien stilliggen. Feitelijk is die nulmeridiaan gewoon een afspraak onder wetenschappers werd mij verteld, zo'n beetje wat God is voor de godsdienstigen dus. En soms moet je gewoon geloven en je verder geen vragen stellen, anders komen er vodden van. In elk geval: de afspraak behelst onder andere dat die nulmeridiaan niet door Antwerpen loopt en al zeker niet door het gat van zijn inwoners. Maar als ik dat liedje van Bobbejaan Schoepen hoor wil ik soms toch 5 seconden lang een Antwerpenaar zijn, zodat ik ongestraft zou mogen huilen bij het aanhoren van zijn weemoedige gezang.

Want 'De lichtjes van de Schelde' is wel degelijk een wereldsong. Wat bijvoorbeeld niet gezegd kan worden van John Denvers 'Country Roads’. Als ik dat riedeltje hoor, wil ik helemaal niet in West-Viriginia of in ‘almost heaven’ zijn, want daar wonen alleen domme cowboys met belachelijke hoeden die hun schietgerief uit de shed halen als je je op hun property (ze spreken daar geen Nederlands) begeeft om een slokje water te vragen (want Route 66 is lang en onherbergzaam en drankgelegenheden onderweg zijn schaars). Overigens heeft John Denver vanzeleven nooit in West-Virginia gewoond, hij is er zelfs nooit geweest beweren kwatongen. Hoe geloofwaardig is het dan om te zingen dat West-Virginia ‘bijna de hemel’ is? Nee, doe mij dan maar onze Vlaamse cowboy Bobbejaan - woonachtig te Lichtaart maar zeker en vast wel eens in Antwerpen op café geweest. Tenzij John Denver - die in wezen heel lieve Amerikaan die wat idiote cowboyliedjes zong - het natuurlijk over maagden had, die countryzangers werken wel vaker met metaforen ze zijn nog niet zo dom als ze eruit zien en ze hebben allemaal een tweeloop in hun schuurtje staan. Al denk ik toch niet dat hij het over maagden had, volgens mij vond hij West-Virginia zo hemels net omdat hij er nooit geweest is.

Dat is normaal, zo weten we uit de psychologie: het gras is groener aan de overkant, het meisje dat we niet zo goed kennen vinden we altijd het meest mysterieuze terwijl ze die stomme pretoogjes gewoon van haar oma meegekregen heeft en ze er net zo goed alle andere venten hun kop mee zot maakt. In plaats van liedjes te maken over West-Virginia had John Denver dus beter wat in zijn hof gewerkt in Aspen (want daar woonde hij, dat heb ik opgezocht, in Aspen in de staat Colorado) of het gras afgereden in zijn tuin in San Fransisco, want daar had hij ook een huis staan. Dat huis had hij gekocht met het geld dat hij verdiend had dankzij dat liedje over West-Virginia. Ja, toen kon men nog rijk worden door melancholische gezangen te componeren om het volk te troosten.

Ik geef toe: als hij dat liedje niet geschreven had, had hij dat huis in San Francisco niet gehad en had hij daar het gras niet kunnen afrijden in plaats van dat liedje te schrijven. Maar dat moet u dan maar voor lief nemen, u doet ook niets om de oorlog in Afghanistan tegen te houden en dat is nog veel en veel erger dan John Denver die in al zijn onwetendheid (er was toen nog geen oorlog in Afghanistan - of toch niet voor zover we willen weten) liedjes zong over plaatsen waar hij nooit geweest is. Veel erger ook dan het leugenachtige gedrag van Raymond van het Groenenwoud, die nooit echt heeft opgetreden in Genoelselderen zoals hij ons probeert wijs te maken in 'Je Veux de l'amour'. Artiesten mogen immers een loopje nemen met de realiteit, dat is een van de conventies waarop de kunstenwereld gebouwd is. Terwijl het mij toch veel leuker lijkt om een loopje te nemen zonder de realiteit.

Maar sporten, dát doen ze liever in groep natuurlijk, leer ze mij niet kennen. Zonder publiek zijn al hun inspanningen ook maar zaad op de rotsen. Pils in een bierbuik. Pis in een gedegradeerde dakgoot. Zandbakken in de woestijn. Voetballers in de Jupiler League. Fietsreizen naar Rome.

Water in de Schelde.

maandag 25 augustus 2008

Wind en rook

"Welke rol is er nog weggelegd voor godbetert een rockjournalist?" vraagt blogger en Goddeau-muziekrecensent Alexander zich af in een van zijn recente postjes. "De recensie is iets ouderwets. De romantiek is eraf. Iedereen kan zelf alles ontdekken op het internet" Ik geef hem een béétje gelijk: ik zou er mijn beroep niet van willen maken. Ben je 65, kan je zeggen: "ik heb mijn leven lang tekstjes geschreven over cd's." Neen, dank u.


Maar in mijn vrije tijd waan ook ik me nu en dan graag even Serge Simonart. En schrijf ik recensies over nieuwe platen van Pete Molinari (Brit met een wat ziekelijke obsessie voor de sixties), The Verve (die meer verplicht zijn aan hun status dan hun wisselvallige nieuwe plaat) en Lieven Tavernier ('Wind en rook' is de beste Nederlandstalige plaat die ik in jaren gehoord heb - jammer dat ze wat doodgezwegen wordt op de nationale radio).

Weliswaar valt alles eenvoudig te ontdekken op myspace en co tegenwoordig, maar dat doen de meeste mensen nog altijd pas wanneer ze iets lovends gelezen of gehoord hebben over een band, wanneer een vriend hen een plaat aanraadt of wanneer een recensent een cd de hemel in schrijft. Het internet is immers een wildernis geworden waarin niemand nog 100 % z'n weg vindt.

Platenmaatschappijen doen dan ook hun best om op het internet zoveel mogelijk wegwijzertjes aan te brengen (gewone reclame maar ook blogmarketing, hypes lanceren op Youtube, soms zelfs fake reviews) die de consument richting hun product sturen. Good old muziekrecensenten vormen een noodzakelijk tegengewicht die nog echte en geloofwaardige kwaliteitslabels kunnen toekennen aan een plaat en de muziekliefhebber laten kennismaken met goede muziek die het zónder marketingondersteuning moet stellen.

Als het gaat over het ontdekken van nieuw talent en het doorprikken van hypes spelen jouw stukjes dus zeker nog een rol, beste Alexander, een rol die zelfs aan belang wint volgens mij. Geen internetbrowser zal ooit het persoonlijke oordeel van een echte muziekliefhebber -geen marketeer- kunnen vervangen. Ja, misschien is het wel de taak van de recensent de marketingrook om de hoofden van de consument weg te blazen.

Al is dat laatste dan weer wat té veel wind.

zaterdag 23 augustus 2008

Gekquote 23 augustus 2008

"Onze verhuis naar dat Olympisch dorp was toch een beetje een tegenvaller. De spelers moeten bijvoorbeeld telkens 10 minuten heen en 10 minuten terug wandelen naar de eetruimte. Op een dag is dat al gauw een uur tijd. Dat is verre van ideaal tijdens een recuperatieperiode." (Het Nieuwsblad interviewt de een of andere begeleider van onze nationale jonge duivels in Peking, die er zorgvuldig over waakt dat onze beloften geen stap te veel zetten. Ocharme die voetbalouders die vanaf nu hun kleine iedere keer met de wagen naar de match moeten rijden 500 meter verderop. En hoe doen die marathonlopers dat dan? Met een rolstoel naar de eetzaal? Overnachten op een luchtmatras in de Olympische keuken?)


"Arme Tia, arme Kim" (Punkerke, voor Tia, Kim -steek haar in Yves Letermes zomeroutfit en ze ziet er nog hemels uit- en de Belgische 4x100loopsters ons alsnog verblijdden met Belgische medailles - en of ik het hen gun)

"Doe jij wel eens mee aan een enquëte op een weblog?" (Enquêtevraag op de blog van Freaq, die hiermee en cours de route voor de goede verstaanders de onzin van dergelijke enquêtes blootlegt. Want wie zijn in godsnaam die 27 % mensen die 'nee' gestemd hebben?)

"Groei zonnepanelen overtreft verwachtingen" (De Standaard heeft weet van een nieuwsoortige alternatieve energie die aan zelfuitbreiding doet)

"Meer auto's verkocht in België" (als de fossiele brandstofvoorraad toch op moet, dan liefst zo snel mogelijk)

donderdag 21 augustus 2008

Zeven op een podium

Ergens eind juli kreeg ik van Freaq een soort 'briljante blog'-plakkaatje, met overdreven loftuigingen toe. Als dank verdween ik vervolgens drie weken in het Grote Niets. Niet om er op het toppunt van mijn roem een einde aan te maken ('er' slaat zachtjes op de overpeinzingen in mijn bunkerke welteverstaan) maar om 'mijn batterijen op te laden'. Dat hoort namelijk zo tegenwoordig.


Of die batterijen per sé in Duitsland opgeladen moesten worden, daar kan natuurlijk intergemeenschappelijk over gediscussieerd worden, maar temidden alle Frankrijk-, Spanje- en Italiëgangers en alle vreemdeculturenopsnuivers die het vliegtuig namen om ver weg allerlei authentieke toestanden te beleven is mijn keuze uiteindelijk misschien toch niet zo conventioneel als ze lijkt. 't Is maar hoe je 't bekijkt natuurlijk.

Doch alles beter dan de namiddaggaten weg te gapen bij dat glammerige, met een laagje sportiviteit vergulde glijmiddel voor op nieuwe markten azende multinationals waarvoor duizenden nietsvermoedende atleten zich vier jaar de pleuris trainen. Zwijgen en sporten op Straffe Van Verbanning uit Het Dorp. De hoop van een verscheurde natie torsen en dan van armoe reclame moeten maken voor een pizzatent. Arme Tia, arme Kim.

Bedankt, Freaq, voor het plaatje. Ik draai het rond, bekijk het eens aan alle kanten, overloop het lijstje links op deze pagina met blogs die mij na aan het hart liggen en besluit mijn award dan door te geven aan volgende mijmeraars, die hun alledaagse belevenissen ook voor de lezer markant maken met heerlijke vleugjes zelfspot, onnozeliteit en diepzinnigheid (doorklikken kan onder 'nogblog' links):

Alexander, Freaq, Merlijn, Ishku, Maanzand, Digb, Siempre Volando

Met zeven op een podium en allemaal goud. Laat ze daar in Peking maar een polsstokpuntje aan zuigen.

dinsdag 19 augustus 2008

Eine gute fahrt

"Habe ich nicht. In meine 30 Jahre nimmer gehabt. Das ist für das Frauenhaus!", aldus de kastelein wanneer ik ergens in Zuid-Duitsland heel vermetel (ik hou niet van de suikerplakbek die ik krijg van frisdrank maar water is ook maar droog - op een manier) een Cola Light bestel op het terras van Pub Red Bull. "Danke danke," repliceer ik in een poging mij ongenaakbaar te tonen - "Bitte!" gromt de kale-met-toch-een-paardenstaartje terug. Die ons een half uur later bij het vertrek hartelijk feliciteert met onze 'prestatie', ons een behouden terugreis nach Belgien toewenst en wat van de prijs van onze consumpties (zwei Cola und zwei Bier - normal oder light? haha) afdoet.

Eigenaardig volkje, die Duitsers: niet alleen hun kledij maar ook hun gevoel voor humor is wat in de eighties blijven steken. Maar op de treinconductrice op de nachttrein terug (Duitsers en treinen, het blijft toch een gewaagde combinatie) na (wie te kampen hebben met een overtollige testosteronaanmaak en een levendige fantasie had dit voorzetsel hier ondertussen niet meer verwacht) hebben we vooral sehr freundliche leute op onze weg ontmoet. Op het einde van de reis werden we het zelfs enigszins beu dat iedereen ons spontaan kwam aanspreken om een praatje te maken, ons de weg te wijzen, goede raad te geven en noch eine gute Fahrt zu wünschen. 'Wir haben eine Karte, danke schön, auf wiedersehen!"



Van Hechtel-Eksel (tochten moeten érgens beginnen, en dan bij voorkeur in plaatsjes met een wat griezelige naam) naar Tübingen (Zuid-Duitsland, zie foto hieronder: héél mooi stadje, het Duitse Gent wat mij betreft) gefietst dus, samen met Tuur. Meteen de verklaring voor Punkerkes lange afwezigheid hier. Tien dagen geen blogs, geen gazetten, geen radioreclame, geen Leterme, geen opiniestukken, geen verkeersinfo, geen openingsceremonies, geen e-mails, geen sputterende motor die je op gang moet zien te krijgen (alhoewel), geen culturele bierfeesten vol lallende en plastic bekertjes in het rond strooiende medemensen, geen Zomer 2008 met Ben Crabbé, maar wel dit:


De route aanhouden, zorgen dat je je 's morgens insmeert met factor 12 en genoeg te eten bijhebt, onderweg allerlei moois te zien krijgen (het Limburgse platteland, de Maas, Roermond, de mooie kleine dorpjes onderweg, Koblenz, de kastelen en stadjes langs de 'romantische Rhein' - zie derde foto, Ladenburg, het heerlijke Tübingen, Esslingen, het Zuid-Duitse platteland, natuurpark Schönbuch), hier en daar een terrasje doen op een stemmig marktpleintje (God wat klink ik als een veertiger), nu en dan enkele praatgrage en in dezelfde richting fietsende Noorderburen te woord staan, valpartijen faken (zie de eerste foto) en andere ongein en 's avonds bij een flesje wijn nog wat napraten of op de camping nog snel eens in het water duiken.

De enkele vervelende kantjes van de zaak (twee regendagen, al eens de weg kwijtraken en op een industrieterrein verzeild geraken, slechte benen nu en dan, niet alle campings hebben de stap naar de 21e eeuw al gezet) zet ik niet te hard in de verf, vakanties zijn gemaakt om achteraf mee te stoefen en ook de beproevingen maken deel uit van de totaalervaring, zo zal elke langeafstandsfietser bevestigen. Bovendien zijn het net die ongemakken die het geheel het heroïsche tintje bezorgen waar we maar al te graag mee uitpakken.

De grotendeels autovrije of autoluwe route haalden we uit dit boekje. Over de Alpen verder fietsen naar Venetië of Rome is een droom voor een van de komende zomers. Eerst nog wat oefenen in de Ardennen, danke. Overigens heeft die Hans Reitsma wat mij betreft een van de mooiste beroepen ter wereld: fietsroutemaker. Dat ik daar zelf niet eerder op gekomen ben! En zou híj light oder normal kiezen, de Hans?

zaterdag 26 juli 2008

Tirza

'Ester', zegt hij met alle overtuiging die hij in zijn stem kan leggen, 'binnen zijn heel veel mensen die je met plezier zachtjes zouden willen aaien. Ga mee naar de woonkamer, ik stel je voor aan allerlei leuke mensen, maar ik denk dat je iedereen al kent. Ga met me mee. Blijf niet hier. Dit is geen schuur voor jou.'
'Ik doe het liever zelf, aaien', zegt Ester, 'ik kan het beter zelf. Wordt u wel eens zachtjes geaaid, Meneer Hofmeester?'


Een fragmentje uit 'Tirza' van Arnon Grunberg, au fond een roman over een vader die zijn dochter wil behoeden voor al het kwaad dat haar kan overkomen. Zijn stukjes in de Humo vind ik afgrijselijk slecht én pretentieus, maar Grunbergs 'Lof der Zotheid' had ik wel weten te smaken. Dus deze roman ook maar een kans gegeven. Ze reisde met me mee door 3 huiskamers, 2 parken en op 1 trein en ik was altijd blij wanneer ik wat tijd met haar kon doorbrengen.

Een eenvoudige maar stuwende plot die 350 pagina's lang de nieuwsgierigheid blijft prikkelen, daarna wat gas terugneemt op 50 pagina's van het einde, maar de geduldige lezer beloont met een verrassende ontknoping. Zelfs op die verplichte Gentse Feesten (weer veel rondgewandeld, gesms't naar verloren gelopen vrienden, met plezier andere rondwandelende mensen gadegeslagen en per ongeluk ook enkele optredens meegepikt) liep ik me wel eens af te vragen hoe het zou aflopen.

Conventioneler dan ik van Grunberg verwacht had, en mij dus goed meegevallen. Perfecte vakantieliteratuur.

vrijdag 18 juli 2008

Hallelujah

Even boudweg beginnen met een eenvoudige mededeling zonder verdere maatschappelijke relevantie: Punkers favoriete plaat aller tijden is 'Various Positions' van Leonard Cohen (teksten, muziek, stem: de perfecte plaat voor mij) - en dat van lang vóór John Cale en Jeff Buckley aan cherry picking deden en succes oogstten met hun eigen versie van 'Hallelujah'. Ook 'Songs from a room' en 'Death of a ladies' man' van diezelfde Canadese bard staan in zijn top 10 aller tijden. Cohen zingt over de liefde op de enige draaglijke manier (zie ook Morrissey), diep gemeend maar toch ook een beetje om te lachen.


Blij als een kind was ik dan ook, toen ik woensdagavond hoorde dat Leonard Cohen op 20 oktober naar Vorst Nationaal komt. Zijn optreden in Brugge heb ik immers moeten missen omwille van een geplande vakantie die uiteindelijk toch niet doorgegaan is. Ik zat dus thuis naar een fletse film op vt4 of zo te kijken toen Leonard Cohen een prachtconcert gaf in het Minnewaterpark in Brugge. Klote.

Maar het leven heeft me dus een herkansing geboden en die heb ik gegrepen. Donderdagochtend om 9 uur meteen mijn kaartjes besteld via het internet. Vandaag lees ik al in de krant dat het concert direct uitverkocht was en dat er nog een extra concert komt van de Leo van de sixties (want een ladies' man was hij wel naar het schijnt).

Voor de enkeling die zich zou afvragen wie die Leonard Cohen is: klik hier voor een concertfragmentje. Van 20 jaar terug evenwel, maar da's waarschijnljk omdat zijn fans (het merendeel woont ondertussen in een villa op het platteland, de kinderen zijn al een tijdje het huis uit en er kan al eens gewereldreisd worden) niet echt handig zijn in het clandestien opnemen van concerten.

Het voorprogramma werd in Brugge verzorgd door Martha Wainwright (Cohen is nogal dik met de Wainwrights), die hier een prachtversie van Cohens The Traitor brengt. Van mij mag ze opnieuw meekomen op 20 oktober. Dit wordt trouwens het eerste concert dat ik zal bezoeken waarvoor ik meer dan 25 euro neertel. Voor Leonard Cohen zet ik graag mijn principes ('concerten van meer dan 25 euro zijn geldklopperij') even opzij.

Al zou ik het ook op de inflatie kunnen steken natuurlijk.

donderdag 17 juli 2008

De derde tepel

Ook deze zich wat amechtig voortslepende Belgische zomer van 2008 zal later blijken zijn charmes gehad te hebben. Zo vormde het flauwe weer een perfect excuus om mij te vermeien in treffende stukjes van enkele van mijn favoriete bloggers over Nico Mattan, Karl Vannieuwkerke, de verkoopster in de Brooklyn in Brugge en de politieke gezichtsvernauwing in ons land. Vergeet Humo jongens en meisjes, de leukste schrijfsels staan tegenwoordig gratis op tinternet! En omdat zelfs redundantie tegenwoordig redundant is, volsta ik met bovenstaande links om uit te leggen waarom de berichtgeving over de Tour zo ongewild grappig is en wat ik denk over de politieke crisis. Als anderen zo mooi zeggen wat ik denk, doe ik er het zwijgen toe en zoek ik verpozing in de natuur.


Want denk maar niet dat wat grijze wolkjes hier en daar mijn bewegingsdrang weten af te remmen. En onderweg krijgt een mens tussen de Vlaamse fabrieken en fermetten dan al eens een plaatje voorgeschoteld, zoals dit hierboven. Nog onverpakt en ongeconsumeerd (ongewild zout in de wonde van dit koppel) en in levende staat. Hoewel de politieke actualiteit dit laatste bij momenten lijkt te ontkennen. Overigens is dit een nogal doorzichtig (pun not intended) doch vertederend intiatief om ons land van de ondergang te redden. Van zodra Joelle Milquet opmerkt dat de derde tepel, namelijk Brussel!, ontbreekt (en Bart Dewever fluks repliceert dat zo'n derde tepel esthetisch gezien toch niet echt je dat is en bovendien geen enkel nut heeft), kan het vetzakske dat met dit geniale idee op de proppen kwam zijn actie geslaagd noemen.

Alhoewel ik vermoed dat enige politieke relevantie niet zijn eerste zorg is en hij er ondertussen vooral veel plezier aan beleeft. Benieuwd hoe vaak hij nog 'Hoeraaaah' kretend de foto's in zijn inbox zal mogen openen. Ideale tijdstip en locaties om bereidwillige boezems op de gevoelige plaat vast te leggen lijken mij overigens de weekendnachten op de Gentse Feesten, ergens vanaf 5 uur op de Vlasmarkt - wanneer ik net vertrokken ben naar huis.

vrijdag 11 juli 2008

Haal ze maar allemaal uit

"Haal ze maar allemaal uit hoor, je hebt er nog zitten!", ordonneert de uitbaatster van het pannekoekenhuis de oude man, op zoek naar nog wat rosse eurootjes in zijn portemonnee. Ik bevind mij samen met mijn wederhelft in Damme, het tavernedorp ten noordoosten van Brugge waar we tijdens een regenbui die ons fietstochtje met de onontkoombaarheid van de elementen confronteert onze toevlucht gezocht hebben bij een van de plaatselijke neringdoeners.

Volgende keer dus maar Taverne Ter Kloeffe (wat is er in een naam?) vermijden, hun invulling van het begrip West-Vlaamse Hartelijkheid ligt net iets te ver van de mijne. Zestigplussers die pannenkoeken eten hoeven niet als kleuters aangesproken te worden, ook al zijn die pannenkoeken dan nog zo lekker en blijven de oudjes wel komen.



Drie dagen later zitten we op het zomerterras van Taverne Silversand op de dijk in Blankenberge, waar we een pannenkoek annex reuzewafel verorberden. De lekkere wafels van Silversand zijn - behalve een scoutskamp ooit- het enige wat me naar Klein-Antwerpen-aan-de-Noordzee weet te drijven. De regen hield bovendien die nooit aflatende dijkwandelaars binnen zodat ik vanop ons terrasje bovenstaande stemmige foto kon maken van Stranduitbaterij Jerome.

Maar hola wacht even... Punkerke die zich bezighoudt met het recenseren van de West-Vlaamse tavernes in plaats van zijn giga zaklamp te laten schijnen over de optredens van Leonard Cohen en Neil Young? Hoeveel onpunker kan het nog?

Wel, bijvoorbeeld door meteen daarna in Oostende het PMMK te bezoeken waar een mooie tijdelijke tentoonstelling loopt over het werk van Georges Van Tongerloo. Door erbij te vertellen dat de zon straalde als op een stralende septemberdag (we moeten daar bescheiden in blijven) toen we daar buitenkwamen. Dat ik daarna aan de vistrap acht wullocks uit een bakje gegeten heb. En dat ik daarna met mijn lief naar het einde van de pier en terug gewandeld ben (foto hierboven: de dijk van Oostende vanop de pier van Oostende) en dat ik het héérlijk vond.

Toen we terugkeerden naar het station waren we nog ongewild getuige van een fotosessie met het tv-koppel Pieter en Ghislaine voor hun Red Pepper-restaurant - jammer genoeg heb ik verzuimd een foto te nemen van de fotosessie om het gossipgehalte van mijn blog wat op te krikken. Aangezien ik de Red Pepper nog eerder in mijn achterste zou steken dan dat ik er zou gaan eten, heb ik mijn rosse frankjes dan maar aan die opdringerige zeemeeuwen gevoederd die het op mijn bakje friet gemunt hadden. Ik had er nog, en ik heb ze allemaal uitgehaald.

Een weekje België-oude-stijl in de regen: ook zonder Leonard Cohen een beetje avalanche.

maandag 30 juni 2008

Aanhalingstekens

"Neen, 't is verdorie niet gemakkelijk, die onzekerheid. Zij kan niets doen hé, haar leven staat eenvoudigweg stil. Gaan werken mag ze niet. En nu het zomervakantie is, kan ze ook al niet naar de Nederlandse les. We kunnen ook niets plannen. Ze moet thuis blijven en zitten wachten op een telefoontje of wachten tot haar papieren in Brussel in orde zijn. Er even tussenuit is ook moelijk want ik kan maar twee dagen congé krijgen."



Aan het woord is D., die het heeft over zijn Braziliaanse vriendin R. Ze komt mij nu en dan na de les uitleg vragen bij vreemde brieven van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen waarin staat dat ze het grondgebied binnen de 5 dagen moet verlaten, en andere brieven waarin vervolgens staat dat ze toch nog 40 dagen in het land mag blijven, maar dat ze in die tijd wel haar papieren in orde moet brengen. Enfin, dit alles omdat de Braziliaanse administratie nogal traag werkt en haar documenten niet op tijd in Brussel krijgt. Arme R., arme D. dus.

Maar wacht, D. vertelt verder.

"En je moet weten: Zij betaalt gewoon belastingen zoals jij en ik, ik betaal al haar verzekeringen, zij krijgt wel wat korting op haar inschrijvingsgeld voor de Nederlandse les maar verder krijgt zij niets van de staat hé, zij geeft alleen maar. En zij moet dan vertrekken zogezegd. Als je dan ziet wie hier allemaal mogen blijven. 'Politieke vluchtelingen' - allé zogezegd politieke vluchtelingen hé, ik denk daar het mijne van - die krijgen een huis, geld en een auto van de staat. Ik vind dat toch niet zo correct."

Ai, ik dit misschien kunnen zien aankomen, maar het smaakt toch wat wrang. Ik ga er maar niet op in, het is een mooie zomeravond, we vieren een eindevanhetschooljaarsfeestje en ik ben Etienne Vermeersch niet of voel althans niet de fut en de aandrang om mij vanavond in zijn ethisch verantwoorde pak te hijsen. En bovendien, als iemand zich al eens mag laten gaan in dergelijke misvattingen is het toch die D. zeker, die lijdzaam moet toezien hoe zijn vriendin met onzeker resultaat door de bureaucratische mallemolen gehaald wordt.

Een dag later, ik tik thuis een internetadres in dat een andere cursist, Raymond, mij toegestopt heeft. Ik ontdek dat Raymond hoofdredacteur is van CongoOne, een nieuwssite die kritisch bericht over de politieke actualiteit in Congo. Naast het editoriaal prijkt zijn foto en enig opzoekingswerk op de site van het CPJ (Committee to Protect Journalists) leert me dat hij vroeger hoofdredacteur was van La tempête des tropiques in Congo, maar dat hem daar het werk onmogelijk gemaakt werd door het regime:

July 11, 2002
Raymond L, La Tempête des Tropiques
Bamporiki C, La Tempête des Tropiques
HARRASSMENT

L and C, publication director and chief investigative reporter, respectively, for the independent daily La Tempête des Tropiques, and three other newspaper employees who are not journalists, were arrested and taken to the Special Services holding center in the capital, Kinshasa, where they were interrogated in connection with an article that had appeared in the July 10 edition of the paper. The article reported on a July 8 street confrontation between civilians and soldiers that had turned violent, resulting in four deaths and substantial material damage.
In addition, police seized the entire print run of the newspaper’s July 11 edition. All five media workers were released the same evening on the condition that the paper print a correction to the story, which appeared on the front page of the next day’s issue
.

Ik heb de familienaam van Raymond en zijn collega afgekort, zodat het onverbiddelijke Google niet al die nieuwsgierige agenten van de Congolese staatsveiligheid naar mijn nederige bunker stuurt - amper twee minuten na het publiceren van dit berichtje stond het al op 1 bij de hits op zijn naam en dat is helemaal niet de bedoeling van mijn vertellement.

Dat was 2002. Raymond woont ondertussen al een tijdje in België, en ik wou even weten hoe het nu gesteld is met de persvrijheid in Congo. Niet zo goed, blijkt uit de gegevens van de CPJ:

DRC journalists remain in ‘illegal’ detention Version française LETTER June 20, 2008
Three sentenced in Congolese journalist’s murder Version française May 22, 2008
Journalist alleges beating by Angolan diplomat Version française April 21, 2008
Investigative reporter held for 34 days over corruption story CASE January 9, 2008

Na afloop van mijn kleine queeste vraag ik mij af wie of wat die hardwerkende D. aangepraat heeft dat politiek vluchteling aanhalingstekens behoeft en dat hij er maar best het zijne van kan denken. Zou het kunnen dat 'het zijne' in deze niet echt het zijne is maar iets waarvan iemand anders zegt dat het 'het zijne' is?

Dát is dan weer een vraag voor Etienne Vermeersch.