donderdag 30 oktober 2008

En Pandy, kan die?

'Censuur!' kraaide Yves Desmet in De Morgen, toen duidelijk werd dat Jeroen Meus ons die avond niet zou vergasten op 'forel in botersaus' vanuit de voormalige berghut van de Führer. Werkelijk, blij dat iemand het zegt. Die Adolf Hitler wordt inderdaad doodgezwegen en zijn revolutionaire maatschappijvisie krijgt nergens nog de aandacht die ze eigenlijk verdient. Vooral het feit dat hij van 'forel in botersaus' hield, is cruciale informatie die de kijker en lezer vooralsnog onthouden werd in de talrijke biografieën over Hitler.


Om precies te zijn: eigenlijk vindt niemand iets terug over een eventuele voorliefde van Hitler voor forel in botersaus in de meters boeken die over hem geschreven zijn. De symmetrisch besnorde was naar verluidt vanaf 1938 vegetariër, vis was zeker niet zijn lievelingsgerecht en 'Forel in botersaus' is gewoon een streekgerecht uit Berchtesgarden. Althans volgens de Hitler-experts. Canvas nieuwe stjil wil echter een brug slaan naar de kijker - en dan mag de redactie van Plat Préféré toch zeker wel zelf kiezen welke bekende kop misschien ooit wel 'forel met botersaus' gegeten moet hebben?

Helemáál halfgaar gebakken is de nieuwe Facebookgroep met de naam 'Laat ons de uitzending Plat Préféré van Jeroen Meus met Adolf Hitler zien!'. Niets beters om voor te klikken, huh? De strijd tegen klimaatopwarming, onrecht, hongersnood, oorlog? Maar jullie willen -in naam van de persvrijheid- dat idiote tv-programma met zijn ophefmakende foutieve informatie? Vrijetijdsvrijheidsstrijd, dat. Misschien start ik maar eens mijn eigen groep: 'Laat ons de uitzending Plat Préféré van Jeroen Meus met Andreas Pandy zien'. Wordt vast ook een succes.

We hebben jarenlang Herwig Van Hove en zijn sehr pünktliche 'Duizend Seconden of ik bijt uw neus af, Felice' moeten doorstaan. Terzake, Histories, Panorama, Telefacts, Koppen en Karrewiet mogen ons overstelpen met trivia allerhande over Pinochet, Pol Pot, Ceausescu, Kwak, Boemel en Anatool. Bart De Wever mag in Volt komen uitleggen dat hij zijn stukske vlees niet kan missen. En ja, van mij had die brave Jeroen Meus ons ook mogen wijsmaken dat Adolf Hitler graag forel in botersaus at, ondertussen quasi achteloos het visje opensnijdend.

Maar wat was er ook alweer mis met wat goede smaak in een kookprogramma?

zaterdag 25 oktober 2008

Thalassa's taalstrijd

Gisteren naar 'In Bruges' gekeken op DVD. Wat een slaapverwekkend filmpje, onhandig schipperend tussen komedie, thriller en psychologische prent. Het lijkt wel alsof de makers het Bokrijk Van Het Westen écht een shithole vonden (zoals hoofdpersonage Ray meermaals beweert in de film) en de klus zo snel mogelijk wilden klaren. De finale mag er best zijn, maar de dialogen zijn zodanig bordkarton dat ik me begon af te vragen wie de tekstballonnetjes weggehaald had.


Maar er is ook goed nieuws.

Er valt namelijk wél aardig wat amusement te halen uit de extra's bij de DVD. Zoals het promofilmpje waarin de kijker cameragewijs over de Reien gevaren wordt, terwijl onderaan een tekst door beeld schuift met een aantal wetenswaardigheden over Brugge. Daarin vernemen we dat er dankzij een stormvloed in 1134 een kreek uitgeschuurd werd tot aan Brugge, dat onmiddellijk een dwarsdijk bouwde tot aan Damme, Duitsland. Zo zie je maar, als je even niet oplet gaan die Duitsers zelfs terug in de tijd om hier en daar wat te annexeren.

De nieuwsgierige kijker leert ook dat er drie officiële talen zijn in Brugge: Nederlands, Frans en Duits. Ha ja, kwestie dat onze cultuurminnende bezetters de boel hier niet voor niets zijn komen overnemen, heeft de Vlaam hun taal maar geofficialiseerd. Het is dan ook een behoorlijke kemel dat het Spaans hier over het hoofd gezien wordt. Niet getreurd echter voor de toerist die van wat verder komt, want de meeste mensen spreken er ook Engels.

In Frankrijk kunnen ze er alvast niet mee lachen dat Brugge met medewerking van een geheel Engelstalige filmploeg op dergelijke slinkse wijze de Franstalige toerist naar zijn versteende geschiedenis tracht te lokken. De Fransen besloten dan ook hun visserszonen naar Brugge, nabij Duitsland, uit te zenden om een eind te maken aan dit toeristisch imperialisme in tijden van economische crisis. Pech voor de bemanning van de Zeebrugge 63 Thalassa die toevallig in hun vaarwateren terecht kwam.

Terwijl ze op Sint-Jacobsschelpen aan het vissen waren ergens voor de Franse kust werd hun schip bijna tot zinken gebracht door de Franse armada. De kapitein van het schip begrijpt niet waarom net hij werd geviseerd: "De voorbije weken waren er Ierse en Schotse vissersboteren in Franse wateren actief. En dat stak dan waarschijnlijk hun ogen uit. Maar om dan op deze manier te reageren..." "Ze willen de vangst van onder andere Sint-Jakobsschelpen voor zich alleen", zegt Ivan Victor, voorzitter van de Stichting Duurzame Visserij-ontwikkeling.

Wij weten wel beter. Haal die spotprent uit de rekken!

donderdag 23 oktober 2008

Briefjes op deuren van studentenkoten

"Heeft hij Famous blue raincoat gespeeld?" vraagt mijn collega S. me op de trein. Hier zitten twee muziekliefhebbers tegenover elkaar, Cohen-fans bovendien. Okeeje mensen dus, maar toch is er geen ontkomen aan. Onvermijdelijk volgt nu een steekspel op een onchristelijk ochtendlijk uur. Dit is het gesprek dat ik niet wou hebben, reden waarom ik hem angstvallig verzweeg dat ik naar het optreden van Leonard Cohen geweest was in Vorst. Maar hij is er toch achter gekomen.


"Dat is een van mijn favoriete nummers van Cohen," vervolgt S., "wist je dat het eigenlijk een brief is die hij schrijft aan een vriend die met zijn lief gerollebold heeft?" Nee, dat wist ik niet. Ik besef dat ik waarschijnlijk een beteuterd gezicht trek en haat mijzelf erom. Ik wil ook niet dat S. denkt dat ik een mooiweerfan ben die er alleen maar bij is omdat de goede smaak het dicteert. Ik pak uit met een voorzichtige tegenzet: "Komt van Songs of love and hate hé, als ik me niet vergis." Ik weet zeker dat ik me niet vergis, maar wil niet competitief lijken. "Weet ik niet, ik heb het van een Best Of", moet S. toegeven. Een onverhoopt succesje.

Wat ben ik onaangenaam in dit soort situaties. Ik vervloek mijn gesprekspartner om zijn wijsneuzerigheid, maar besef dat ik eigenlijk net zo ben - of nog erger wellicht. Een kantje van mezelf dat ik liever verborgen houd en dus manoeuvreer ik ons gesprek handig naar Various Positions, een heerlijke Cohen-plaat die ik van voor naar achter en terug kan meezingen. Maar eens thuis grijp ik meteen naar Songs of love and hate en hoor voor de tweede keer die week (de eerste keer was in Vorst) de openingsregels van Famous Blue Raincoat:

It's four in the morning, the end of December
I'm writing you now just to see if you're better
New York is cold, but I like where Im living
There's music on Clinton Street all through the evening


Plots besef ik waarom ik al zo lang niet naar Songs of love and hate geluisterd heb. De plaat herinnert mij aan de eenzame avonden op mijn studentenkamertje in de buurt van die verrekt hippe maar tegelijk verschrikkelijk troosteloze Vlasmarkt, toen mijn beste vrienden Leonard Cohen, Bob Dylan en Tom Waits heetten en ik daadwerkelijk om vier uur 's ochtends brieven zat te schrijven naar een meisje dat nu in Frankrijk woont, zwelgend in mijn eenzaamheid met lege flesjes Carapils naast het bureau en Songs of love and hate op de achtergrond.

Het internet en de mobiele telefonie zaten nog ergens in een hoogtechnologische pijpleiding te wachten tot een commercial director besloot dat ook het gepeupel zich voortaan aan deze nieuwe bronnen van kennisuitwisseling diende te laven. Vriendschappen werden nog niet met een klik aangevraagd maar moesten met de nodige assertiviteit -eigenschap waarin ik toen niet grossierde- afgedwongen worden en daarna onderhouden met briefjes op deuren van studentenkoten. Privacy was toen nog geen luxe en nietigheid een soort van dagelijks besef. Dat die dagen toch hun charmes hadden, dank ik aan Leonard Cohen

"If the solitude ever grows too bitter, may we remember each other", waren de woorden waarmee hij maandag dat onvergetelijke optreden afsloot. En plots voelde ik mij weer 21.

maandag 20 oktober 2008

Foie grasduinen

"Wie is toch dat Punkerke?" vragen de mensen mij soms. Akkoord, de mensen is wat misleidend. Veelal betreft het bezetters van de hogere financiële, literaire en politieke kringen die ooit door de mangel gehaald werden op mijn blog en mij terzijde nemen op een van die champagnediners waarmee ik mijn weekenden vul sedert ik op 1 sta in Freaqs Blog 40. Men moet de fruitwijn drinken wanneer ze nog parelt, bloggen is dan ook de laatste van mijn zorgen: wie in de roes van het nu leeft moet dat namelijk tegen-woordig doen, daar is geen ontkomen aan.


'Geen idee, maar dat het een straffe gast is, dat kunnen we niet ontkennen', antwoord ik dan steeds, mezelf aldus genadeloos het aanzien ontzeggend dat mij te beurt zou vallen door alleen nog maar te laten doorschemeren dat ik die vraag wel zou kunnen beantwoorden als ik daar zin in zou hebben tenminste. Bescheidenheid, het siert me op stierlijk irritante wijze. Terwijl bij het internetzeven nochtans veel veronachtzaamds op te vangen valt dat dat Punkerke zonder veel vijven en zessen uit die top tien zou eenentwintigen als iemand er acht zou op slaan.

'Roezemoezen', bijvoorbeeld. Ze schrijft prachtige zinnetjes als 'Stadsdeelraadsleden: het zijn ook net mensen' of 'vervolgens begon ik weer enkele minuten aangenaam te stamelen' en woorden als bloedsjacherijnig worden in al hun Hollandsheid plots exotisch wanneer door haar gebezigd. Ook uit het Nederlandstalige buitenland komen de tekstjes van Merlijn, weze het dat die zijn talenten iets spaarzamer tentoonspreidt. Als ze maar eens allemaal alles zo mooi zouden neerpennen als die twee, was de verstaanbaarheid van onze Noorderburen helemaal geen probleem meer.

Mijn andere vaste waarden (Alexander, Freaq, Ishku, Jatarara en andere) staan al langer in de linkerkolom gerangschikt, zo min of meer in de volgorde waarin ik hun blogs op nieuwigheden nakijk. Naar het schijnt bestaan daar downloadbare programmaatjes voor, maar het plezier van het grasduinen wil ik mezelf niet ontnemen. 'Mohow' verdween onlangs in het niets, maar blijft nog even staan in de hoop op een onverhoopte terugkeer. En de reisverhalen van Digb sla ik over, maar hij wist mij onlangs wel reuze te vermaken met zijn stukje over de kleine man in de straat.

Maar goed, de foie gras wordt geserveerd merk ik - we spreken elkaar later nog, d'accord?

maandag 13 oktober 2008

Hoe de goede huisvader verraden werd

Eén woord, acht lettergrepen, klinkt als lagesnelheidsferrari en probeert net te opzichtig de waarheid geweld aan te doen. Goedehuisvaderaandelen, inderdaad. Tot voor de financiële crisis had ik het woord nog nooit gehoord. 'Huisvaderaandelen' lijkt mij dan ook een juistere benaming, dat aandelen kopen en goedehuisvaderschap iets met elkaar te maken hebben, zou ondertussen toch wel stilaan het rijk der fabelen bereikt moeten hebben.


Wat een goede huisvader wel doet? De afwas natuurlijk. En langetermijnsparen, eventueel. En pensioensparen ook. Ah, pensioensparen. Nog zo'n bizar woord. Zoveel jaren geleden plots het nieuwe wonderding: wie niet aan pensioensparen deed, was niet eens een huisvader of kon het nooit worden zo leek het wel, en af te trekken van de belastingen bovenop. En geef toe, klinkt er iets gezapiger, slaapverwekkender en minder gevaarlijk dan dat suffe 'pensioensparen'? Interviews met François de Keersmaeker tellen niet mee.

De brave huisvaders en huismoeders die dat best een goed idee vonden, wat geld opzij zetten voor later met een geruststellend kwaliteitslabel van Vadertje Staat, merken nu echter tot hun ontzetting dat ze feitelijk aandelen gekocht hebben en dat de waarde van hun pensioenspaaraandelen naar beneden dondert als had men er François aangehangen alvorens ze bij het beursafval te droppen. Daar had die bankdirecteur indertijd toch niets over gezegd?

Voor de zekerheid ben ik maar eens de definitie van 'sparen' gaan opzoeken in het woordenboek. Er stond in elk geval niet: 'Geld ter beschikking stellen van speculanten tot aan uw pensioengerechtigde leeftijd, met fiscale aftrekbaarheid om de rooien te sussen.' Waarom men het niet gewoon 'pensioenbeleggen' noemt? Omdat dat een lelijk woord is, veronderstel ik. Als het erom gaat goedehuisvadercentjes binnen te rijven, is esthetiek geen ijdel begrip in de bankwereld.

Ik ben er ook even mee begonnen toen ik net begon te werken en nog thuis woonde ("Ik zie dat je wat spaargeld over hebt - misschien moet je eens aan pensioensparen denken, dat is aftrekbaar"). In de vaste overtuiging dat het over sparen ging, althans meer wist men mij niet te vertellen en voor kleine lettertjes had ik geen tijd. Niet gejankt natuurlijk, ik ben jong, had de voorbije jaren toch andere prioriteiten dan pensioensparen en de beurzen hebben nog alle tijd om zich te herstellen eer ik mij terugtrek uit het beroepsleven. En wattafuk, dat ook.

Minder geluk hebben zij die rond deze tijd op welverdiende rust gaan en dachten dat hun spaargeld ergens veilig op de bank lag aan te dikken aan het gezapige tempo van François' buikomtrek. Door vetbetaalde CEO's allerhande werd er gerotzooid met hun centjes en nu de speeltijd voorbij is op de beurzen betalen zij de rekening. Nog minder geluk hebben zij die hun geld braafjes op een spaarrekening geplaatst hebben bij Kaupthing en nu maar kunnen hopen dat de zaak daar opgelost raakt. Niks geen 'speciale regeling' voor hen die vrede namen de rente van een internetspaarboekje.

Als daar maar geen goedehuisvaderdrama's van komen.

donderdag 9 oktober 2008

Erieks Satierische Grote Blogbedrog

Heerlijke hobby, dat bloggen. Niets moet, alles mag en het floept je uit alle richtingen zomaar tegemoet. De bewusteburgersporno van de 21ste eeuw, zeg maar. En voldoende bits and pieces voor heelder generaties nog ongeboren wetenschappers die te weten willen komen hoe de moderne mens anno 2008 zichzelf zag - of toch hoe de moderne mens anno 2008 graag gezien wou worden door zijn socialeklassegenootjes. Want het zijn hen die ze willen imponeren, niet de middenstandsorganisatie van de een of andere Oost-Vlaamse bloemengemeente. De lagere school, dat nooit meer.


Al dat klamme prestatiezweet heeft als voornaamste doel een handjevol andere bloghobbyisten - die ze meestal van haar noch pluim kennen en die zelf ook niets beters te doen hebben - duidelijk te maken dat ze nog altijd mee zijn, dat ze de zaken nog altijd vanuit een comfortabel vogelperspectief bekijken, dat ze zich niet laten vangen aan de waan van de dag, dat ze ondanks hun eerste verantwoordelijkheden (job, relatie, vaak ook huis en kinderen) toch nog bijdetijds zijn en een ongelooflijk interessant dan wel van grootse daden en emoties overlopend bestaan leiden.

Terwijl ondertussen hun vrouw het eten aan het klaarmaken is of de strijk aan het doen, zij de jengelende kinderen naar bed brengt en hen voorliegt dat paps teveel werk heeft om een verhaaltje voor te lezen, terwijl hun zicht alsmaar verslechtert tot ze alleen nog over een soort tunnelvisie beschikken: tikken, tikken, tikken. Terwijl zij vast meer volk zouden bereiken als zij hun stukjes zouden voorlezen op de Ledebergse zondagsmarkt dan door hun vingers te verslijten aan hun klavier.

Want ja, zo vol zijn zij van zichzelf dat zij hun toetsenbord een klavier noemen, aldus op blasfemische wijze suggererend dat Erik Satie eigenlijk een soort middelmatig begaafde typist was. Terwijl dus ondertussen het echte leven zich elders afspeelt, verhalen zij over het leven dat zij lijden. Want lijden doen ze. Verzuchten, aanklagen, de zaken bevragen, zich actualiteit- en kredietcrisiskritisch nooit tot algemeenheden verlagen, en altijd in dat verzameltaaltje dat hun literaire aspiraties wel verraadt maar zelden waarmaakt.

Het tenenkrullendst zijn dan nog de stukjes -sorry blogsposts- van bloggers over andere bloggers die over nog andere bloggers beweren (zieligaard! prutser! non-talent! on-coole! schijtluis! bewusteburgerspornoproducent! middelmatig begaafde typist! blogosfeermeneer!) wat net zo goed over hen zelf beweerd kan worden. Wanneer dit alles bovendien met zo'n verplichte zogenaamd zelfrelativerende maar feitelijk zelffêterende en walgelijk samenzweerderige knipoog gebeurt, is het helemaal om van te kotsen en is de bodemkoers in zicht.

Heerlijke hobby, dat bloggen.

zondag 5 oktober 2008

Drieëntwintig jetons

Ook ter hoogte van de wereldeconomie is het nu definitief herfst, nieuwe televisieseries nemen de plaats in van wekelijkse fietstochtjes, chauffageketels gaan stuk in net betrokken woonsten, ik heb al een maand geen tijd meer gehad om te gaan sjotten, en zelfs de stakingen zijn niet meer wat ze geweest zijn. Om maar duidelijk te maken dat Punkerke niet degene is die jullie dag zal opfleuren met een leukig stukje.


Voor wie nog niet genoeg heeft aan deze huis-tuin-keuken-saaie-leventjes-horror, is er nog altijd 'Gekweld', de nieuwe roman van Chuck 'Fight club' Palahniuk. Niet zo lang geleden zag ik toevallig een interview met de man op tv, waarin hij verkondigde 'I want to involve my readers intellectually, emotionally ànd physically'. Dat laatste is geen loos woord, want dit moet het eerste boek ooit zijn dat mij bij momenten bijna deed kokhalzen. En ik zeg nochtans niet zo rap 'ète'. Een willekeurig nasmaakje:

"Stoned en geil duwt ie het naar binnen, dieper en dieper het pisgat van z'n lul in. Met nog een flink stuk kaarsvet dat eruitsteekt gaat ie aan de slag. Ook nu nog zegt ie dat die Arabieren lang niet gek zijn. Ze hebben het afrukken helemaal opnieuw uitgevonden. Plat op z'n rug op bed gaat ie zo lekker dat die gozer niet meer let op z'n kaarsvet. Hij is nog één flinke ruk van klaarkomen af als ie ziet dat het kaarsvet er niet meer uitsteekt."

Enzoverder enzovoort. Palahniuk trekt behoorlijk wat registers open dus. 'Gekweld' is een raamvertelling met daarin een twintigtal bij momenten poëtische maar veelal lugubere kortverhalen, verpakt als schrijfsels van de beginnende auteurs die deelnemen aan een 'schrijverskolonie' (lokroep: 'zeg 3 maanden je leven vaarwel en kom buiten met een meesterwerk') die langzaamaan het ziekste in de deelnemers naar boven brengt.

Lezers met een iets te groot voorstellingsvermogen én een weke maag zetten best een emmertje klaar naast de leeslamp. Wie zich toch graag aan deze leeservaring (die ik ten zeerste kan aanraden) wil wagen, kan de paperbackeditie dankzij een speciale actie van uitgeverij De Geus - ze zijn de Fortis-aandeelhouders daar niet vergeten - voor 3 euro op de kop tikken (en vervolgens op eigen risico meenemen naar huis).

En da's géén geld voor drieëntwintig jetons voor het spookhuis.

vrijdag 3 oktober 2008

Gebaseerd op waar gebeurde feiten

Ik heb het altijd geweten: die betweterige, pseudo-artistieke, linke en veel te linkse bloggers die het telkens weer zo goed kunnen uitleggen zijn dan toch geen haar beter dan de politiekers. Keihard proberen te scoren in aanloop naar de volgende verkiezingen (een nieuwe update van Freaqs Blog 40), dan merken dat ze - nota bene met dank aan de luireterigheid van de rest van Bloggend Vlaanderen - op 1 beland zijn, om er vervolgens drie weken het absolute zwijgen toe te doen en ergens in het gezelschap van een keurgroep aan weelderige blondines cocktails te gaan drinken op kosten van de kleine surfer.


Of wacht, ik ben verhuisd, juist. Ik kan me ondertussen al ternauwernood meer voorstellen hoe het was om in een appartementje te wonen met zicht op de Groene Vallei en geniet al volop van de grijzende gevels van Ledeberg. Dure woorden als verwerkingsproces en dergelijke zijn dus niet van toepassing en voer voor de damesbladen. Bovendien zeggen de mensen hier vriendelijk goedendag en zijn er heerlijke kippebilletjes te koop op de zondagsmarkt. Niet dat mijn lezers daar veel mee aan kunnen, maar na de iets te losse confessies over mijn cinemabezoek in mijn vorige post moet ik van mijn image director dringend even afstand nemen van goedkope duurdoenderij.

Of financiële crisis zoals men het ook pleegt te noemen, die een eerste orgelpunt beleefde nadat ik op vrijdag 26 september mijn adreswijziging besloot door te geven aan wat even later (no time for tissues) floeps de Nationale Bank bleek te zijn geworden. Flexible solutions indeed voor een sector die anders van geen staatsinmenging moet weten. Daar konden ze bij Club Brugge niet mee lachen (Jacky Matthysen: "Blijkbaar is het nu zover gekomen dat onze federale regering de shirtsponsor van Anderlecht kan zijn - ik stel alleen maar vast") en een ziedend telefoontje naar de top van Dexia later hadden we zowaar twee nationale kassen. Alstublieft, dankuwel!

Al sjans dat Base niet in het bankwezen zit.