woensdag 17 februari 2010

Uitgeklaard

Ik nestelde mij voor de tv voor 'In Godsnaam', over nonnetjes in het slotklooster van Brecht. Ik hoorde Annemie Struyf haar gespeeld-onwetende zelf spelen: 'Ik vind het zo raar dat ze hier nooit een goeiendag zeggen'. En nonnetjes die worstelen met hun keuze: 'Wat het de moeite waard maakt is wanneer je hem ziet. Maar die momenten zijn zeldzaam. Héél zeldzaam'. Oprechtheid die oprecht lijkt: ik had het niet verwacht maar vond het mooi.


Ik schrijf het op omdat ik het anders wellicht vergeet. Niet nu, niet morgen, maar over een jaartje of zo. Dan heb ik nog vaag weet van een tv-programma dat ik ooit zag met nonnetjes in een slotklooster ergens in de Kempen en met die ene, is het Lieve Blanckaert? nee, die andere, allé. En dat het daar toch heel stil is, in zo'n slotklooster, en weinig feestjes, dat ook.

Zo is het goed: vergeten moet, ik kan niet alles weten en ik moet nog zoveel vergeten. De winter van 2009-2010, bijvoorbeeld. De sneeuw, de kou, de ijzel, 'Het diner' van Herman Koch, 'Sprakeloos' van Tom Lanoye, de treinramp: het past niet meer in mijn hoofd, het moet eruit en wel snel. Ik kwel mezelf en bekijk nog eens die foto die ik nam van een besneeuwde Graslei. Kon wel februari 2010 geweest zijn maar nee, het was december 2009.

Mijn beste vrienden zie ik niet zo vaak. Misschien zijn het net daarom mijn beste vrienden: wat is het heerlijk om telkens weer een vroegere zelf te kunnen zijn. B.: wereldreiziger, Brusselaar, vrijgezel, langeafstandsfietser, notoir veronachtzamer van alles wat moet. De tegenhanger van nonnetjes in een slotklooster. Twee weken geleden was ik op een prachtige zaterdagvoormiddag in Brussel in de Marollen aan het rondsnuisteren, vlak bij waar hij woont. 'Ben op het Vossenplein, ben je thuis?' sms'te ik.

Een dagje later - het was ondertussen zondag en het regende en ik stond naast de autosnelweg te verkleumen in afwachting van de Verlosser in een autootje van Touring Wegenhulp - kwam zijn antwoord: 'Waar ben je juist? Ik kom af!' en even later 'Dedjuu dedjuu, ik keek er zo naar uit!' toen het misverstand uitgeklaard was. Dat gedoe met voorzichtjes polsen of je niet stoort zou eigenlijk niet mogen tussen vrienden, dus een volgende keer bel ik gewoon aan.

Ik had het niet meer verwacht maar vond het wel mooi.

Geen opmerkingen: