zaterdag 30 januari 2010

Zend tuig

Al enkele weken loop ik mijzelf te voet op weg naar het station te amuseren met de zelfopgelegde opdracht Maak Een Instructie Met De Letters Uit De Woorden Die Je Onderweg Opmerkt. Echt interessant is mijn weekdagelijkse ochtendwandeling immers niet (Waar is die oplegger die daar gisteren nog aan de overkant stond? En kijk eens, wat een mooie nieuwe trambedding!) maar ik vertik het om de bus te nemen. Later meer daarover.


Kwestie van niet alle mogelijkheden meteen uit te putten (zoveel valt er niet te zien langs de Burggravenlaan dus moet ik wat doseren) beperk ik me voorlopig tot het puzzelen met de bestemmingen van bussen en trams die voorbijrijden. Zij die wél de euvele moed bezitten om in die snertkou op een bus te wachten en mij voorbij zien wandelen (even later zie ik hun omwasemde neuspunt op damestennisopslaghoogte voorbijdenderen, door een forse hap leerlingen uit de tweede graad van het KTA Voskenslaan tegen het venster van de bus gedrukt) roep ik elke ochtend vrolijk

'Kraak Miere!'

toe (Mariakerke, lijn 3).

Zij vinden mij vast onnozel, ik vind hen nog onnozeler.

Toen ik onlangs een half uur te vroeg op het station was omdat ik bij wijze van uitzondering toch eens op een bus gestapt was die toevallig net stopte toen ik de halte voorbijwandelde (zoiets is een teken Punkerke, dat mag je niet negeren), besloot ik nog eens een koffie te nuttigen in het mooi gerestaureerde buffet.

Nog enigszins onder de indruk van de busrit bestelde ik bij een assertief dametje dat mij middels een laaggestemd en nogal doorrookt 'ja' aanspoorde om mijn rol als consument ter harte te nemen. Ergens links van mij zat ondertussen een groepje van een viertal forensen nogal luidruchtig misbaar te maken over het pas ingevoerde rookverbod, dat als volgt gecommuniceerd werd:

Sedert 1 januari geldt een rookverbod. Om u ter wille te zijn kan u roken in het gangetje aan de straatkant.

Dit maakte de asbestemden zo ongelukkig dat ze hun vertier zochten in het luid hey schreeuwen naar iedereen die hen voorbijwandelde zonder te groeten. De verbaasde of geschrokken blikken van de argeloze horecaconsument leken hen kostelijk te amuseren. Ik bleef hoffelijk.

Nadat een van de dienstdoende obers hen vriendelijk verzocht had zich wat rustiger te gedragen, besloot het viertal elders verder te gaan smeulen. Blijkbaar had een van hen evenwel een croque-monsieur besteld en die niet in ontvangst genomen voor vertrek. Aanleiding voor een van de obers om met de croque recht door de buffetzaal richting de enige aanwezige zwarte medemens te snellen en hem de krokante boterham gratis aan te bieden.

'Alstublieft meneer, mag ik u een croque monsieur aanbieden van de zaak.'

'Maar ik heb dat niet besteld. Hoeveel kost dat?'


Het was in die zorgeloze tijd toen we nog vonden dat Music For Life maar eens voor de arme mensen in eigen land moest gaan, toen het woord Haïti nog een exotische bijklank had en toen de daklozen die op straat in de winterkou moeten zien te overleven nog volop de krantenkolommen vulden. Iederéén deed zijn best om de minderbedeelden wat te helpen, de golf van solidariteit die de vierde wereld toen gevoeld moet hebben mag haast een tsunami genoemd worden, zo gul waren wij allemaal.

'Dat is voor niets meneer, dat is gratis. Die mensen hebben dat besteld maar ze zijn weg.'

'Ah oké. Sorry bedankt maar ik heb geen honger.'


Ondertussen was ik -alweer een 12-tal minuten ouder- nog altijd aan het wachten op mijn koffie en werd het me allemaal wat te veel (die stuitende ondankbaarheid van de zwarte medemens! mijn toenemende drang naar een caffeïneshot! de verloedering van de stationshoreca! mijn humeur omdat ik daarnet op de bus geneukt was door een stel kinderrugzakken!). In gedachten scandeerde ik luid

Gentbrugge! Gentbrugge! (lijn 9 of 96)

maar omdat deze nochtans duidelijke instructie (Breng teug! Breng teug!) niet het gewenste effect ressorteerde (mindfulness is echt zever) besloot ik maar op te stappen. Op weg naar buiten wandelde ik voorbij de afgebleekte blondaine bij wie ik een kwartier eerder mijn koffie besteld had. Ze stond met de handen losjes in de zij te keuvelen met een van de andere naar schatting 6 klanten in de zaal.

Sint-Pietersstation! (lijn 4)

siste ik in het voorbijgaan, erop hopend dat zij hieruit mijn tip: sta in stierestront zou distilleren. Haar verstrooide blik (wat doet die klant hier?) deed echter vermoeden dat ze meer zin had in een sigaret dan in woordspelletjes. Eenmaal terug in de hal nam ik mijn mobieltje ter hand en als een ware lijnopzichter weefde ik

Gent-Zuid, lijn 3 - Gent-Zuid, lijn 3

door de radiogolven die mijn zendtuig verspreidde, door mijn mede-tramenbusbestemmingsontcijferaars natuurlijk meteen herkend als de noodoproep Zend Tuig! Zend Tuig! Al gauw stroomde het station vol. Ik besloot mij strategisch in de gang onder de sporen te positioneren en aldaar vanop een tot podium omgevormd metrokastje mijn volgelingen op te roepen om te

Gent-Blaarmeersen - Gent-Blaarmeersen!

(door de goede verstaander meteen als de mantra 'Blameer angst neer! Blameer angst neer!' begrepen). De enigen die acht leken te slaan op mijn instructies waren evenwel twee borstkasten in van die belachelijke rode securitytruitjes die me van mijn verhoogje sleepten. Door de stress die de situatie met zich meebracht verloor ik even mijn cool, vergat ik mijn codetaal en schreeuwde aldus rechtuit

Zoen de trui! Zoen de trui!

in plaats van 'Zuidertoren! Zuidertoren!' (busdienst vanuit station Gent-Sint-Pieters naar de administratie der belastingen die vrolijk alle haltes voorbijrijdt ook al zijn er geen inzittenden en staan 15 mensen verkleumd te wachten aan de halte). Dat vonden de truitjes niet grappig, en bijgevolg zat ik enkele seconden later op mijn knieën te Drongen-Luchteren (die vogelt u zelf maar uit) in afwachting van de komst van de andere truitjes die ondertussen opgeroepen waren.

Zij vonden mij onnozel, ik vond hen nog onnozeler.

Mag ik u een croque aanbieden van de zaak?
Om u ter wille te zijn?


probeerde ik nog, maar toen besefte ik weer dat ik moest doseren. Ik boog gelaten het hoofd en liet mij afvoeren naar een kantoortje, enigszins niet-begrijpend nagestaard door mijn treincollega’s die net de hal binnenwandelden en die er nog altijd van overtuigd zijn dat het allemaal een misverstand is, al die mensen die elke dag op hetzelfde moment dezelfde richting uit gaan.

Ze moesten eens weten.

5 opmerkingen:

pajaroo zei

Schitterend. Ik vind dit echt een goddelijke post.

Your Daniel zei

Meer moet dat niet zijn zie, zo'n commentaar op een postje ;-). Nee, ik ben vooral blij dat iemand snapt waarover ik het heb. Het zal dat Ledeberg-gevoel zijn dat je niet kent als je hier nooit komt en waarvan ik me afvroeg of ik dan de enige was die het voelde (akelig gevoel, de enige zijn).
Bedankt dus Pajaroo.

pajaroo zei

Jaja het Ledeberg-gevoel :-). Ik heb er als kind jaren doorgebracht in het oude herenhuis van mijn oma. En nu kom ik er bijna dagelijks op bezoek. En volgens jaar, als ik geluk heb, kom ik er ook wonen. Ik moet wel gek zijn ;-).

elke zei

Inderdaad. Ik snap niet waarom je daar wil wonen (en ik kom daar ook regelmatig dus ik snap het zeker niet).
Anyway, Punker, waar is je laatste post? Ik wou hem eens op 't gemak lezen en nu is ie weg!

Your Daniel zei

Pajaroo, zo gek is dat niet - maar toch wel een beetje ;-)
Elke, rare dingen in mijn hoofd dezer dagen, ik heb die weer gewist. Ik moet dat maar niet meer doen (tenzij ik er echt goede redenen voor heb).