vrijdag 5 september 2008

De lichtjes van de Schelde

Vorige zomer ben ik naar Tübingen, Duitsland op reis geweest, gewoon voor mijn eigen vermaak. Ik moest daar niet per sé zijn in Tübingen, ik heb daar geen familie of vrienden wonen en er is daar ook geen winkel waar ik iets wil kopen wat ze hier niet hebben want tegenwoordig hebben ze overal alles, met dank aan de globalisering. Er is zelfs een pittakot in Kortemark met lekkere pitta in durumbrood en ze hebben in mijn geboortedorp nu ook dezelfde bloembakken als in Antwerpen, die prachtige metropool aan de majestueuze rivier De Schelde. Je weet wel, van dat weemoedige liedje van vroeger, ‘De lichtjes van de Schelde’ van Bobbejaan Schoepen. Ik ben geen Antwerpenaar en kom er ook niet zo vaak (behalve soms als ik zin heb om nog eens een olifant of een maraboe te zien). Ja, ik voel vaak zelfs een zekere weerzin tegenover de bewoners van dat veel te grote havendorp die allemaal (zo dicteert het gesundenes Volksempfinden, en wie ben ik om iets Duits tegen te spreken) denken dat de nulmeridiaan door hun gat loopt.


Terwijl die natuurlijk door Greenwich bij Londen loopt, zoals we allemaal weten. Ik ben er onlangs nog geweest – ook dankzij de nooit aflatende vooruitgang kon ik ’s morgens om 5 uur opstaan, een dagje in Londen rondstruinen en ’s avonds om half twaalf alweer liggen soezen in mijn eigen bed. Tijdens dat dagje Londen ben ik in Greenwich geweest en inderdaad: hij ligt er die vadsige nulmeridiaan die –geen opwarming van de aarde of Apocalyps kan daar iets aan veranderen- nooit een vin verroert. Althans dat denk ik toch want ik heb die meridiaan ook niet zien stilliggen. Feitelijk is die nulmeridiaan gewoon een afspraak onder wetenschappers werd mij verteld, zo'n beetje wat God is voor de godsdienstigen dus. En soms moet je gewoon geloven en je verder geen vragen stellen, anders komen er vodden van. In elk geval: de afspraak behelst onder andere dat die nulmeridiaan niet door Antwerpen loopt en al zeker niet door het gat van zijn inwoners. Maar als ik dat liedje van Bobbejaan Schoepen hoor wil ik soms toch 5 seconden lang een Antwerpenaar zijn, zodat ik ongestraft zou mogen huilen bij het aanhoren van zijn weemoedige gezang.

Want 'De lichtjes van de Schelde' is wel degelijk een wereldsong. Wat bijvoorbeeld niet gezegd kan worden van John Denvers 'Country Roads’. Als ik dat riedeltje hoor, wil ik helemaal niet in West-Viriginia of in ‘almost heaven’ zijn, want daar wonen alleen domme cowboys met belachelijke hoeden die hun schietgerief uit de shed halen als je je op hun property (ze spreken daar geen Nederlands) begeeft om een slokje water te vragen (want Route 66 is lang en onherbergzaam en drankgelegenheden onderweg zijn schaars). Overigens heeft John Denver vanzeleven nooit in West-Virginia gewoond, hij is er zelfs nooit geweest beweren kwatongen. Hoe geloofwaardig is het dan om te zingen dat West-Virginia ‘bijna de hemel’ is? Nee, doe mij dan maar onze Vlaamse cowboy Bobbejaan - woonachtig te Lichtaart maar zeker en vast wel eens in Antwerpen op café geweest. Tenzij John Denver - die in wezen heel lieve Amerikaan die wat idiote cowboyliedjes zong - het natuurlijk over maagden had, die countryzangers werken wel vaker met metaforen ze zijn nog niet zo dom als ze eruit zien en ze hebben allemaal een tweeloop in hun schuurtje staan. Al denk ik toch niet dat hij het over maagden had, volgens mij vond hij West-Virginia zo hemels net omdat hij er nooit geweest is.

Dat is normaal, zo weten we uit de psychologie: het gras is groener aan de overkant, het meisje dat we niet zo goed kennen vinden we altijd het meest mysterieuze terwijl ze die stomme pretoogjes gewoon van haar oma meegekregen heeft en ze er net zo goed alle andere venten hun kop mee zot maakt. In plaats van liedjes te maken over West-Virginia had John Denver dus beter wat in zijn hof gewerkt in Aspen (want daar woonde hij, dat heb ik opgezocht, in Aspen in de staat Colorado) of het gras afgereden in zijn tuin in San Fransisco, want daar had hij ook een huis staan. Dat huis had hij gekocht met het geld dat hij verdiend had dankzij dat liedje over West-Virginia. Ja, toen kon men nog rijk worden door melancholische gezangen te componeren om het volk te troosten.

Ik geef toe: als hij dat liedje niet geschreven had, had hij dat huis in San Francisco niet gehad en had hij daar het gras niet kunnen afrijden in plaats van dat liedje te schrijven. Maar dat moet u dan maar voor lief nemen, u doet ook niets om de oorlog in Afghanistan tegen te houden en dat is nog veel en veel erger dan John Denver die in al zijn onwetendheid (er was toen nog geen oorlog in Afghanistan - of toch niet voor zover we willen weten) liedjes zong over plaatsen waar hij nooit geweest is. Veel erger ook dan het leugenachtige gedrag van Raymond van het Groenenwoud, die nooit echt heeft opgetreden in Genoelselderen zoals hij ons probeert wijs te maken in 'Je Veux de l'amour'. Artiesten mogen immers een loopje nemen met de realiteit, dat is een van de conventies waarop de kunstenwereld gebouwd is. Terwijl het mij toch veel leuker lijkt om een loopje te nemen zonder de realiteit.

Maar sporten, dát doen ze liever in groep natuurlijk, leer ze mij niet kennen. Zonder publiek zijn al hun inspanningen ook maar zaad op de rotsen. Pils in een bierbuik. Pis in een gedegradeerde dakgoot. Zandbakken in de woestijn. Voetballers in de Jupiler League. Fietsreizen naar Rome.

Water in de Schelde.

2 opmerkingen:

freaq zei

Aarghl! Het schooljaar is herbegonnen en Punkerke is zot geworden!


Maar het is soms eens geestig, je laten meedrijven op gedachten als een sightseeing tour doorheen je hoofd. Ge doet dat goed, daar vanboven in die cabrio dubbeldekbus!

Anoniem zei

om maar te zwijgen over de beegees en hun massachusets (of hoe schrijf je dat). En de mama's en de papa's met dat misbaksel van een california dreamin'. zouden die daar ook allemaal geweest zijn, of waren ze ook het gras aan het afrijden in de tuin van hun villa die ze met de opbrengst gekocht hadden?