maandag 10 november 2008

Wij en de wijde wereld

En tewijl wij, would-be-Desmedtjes, ons als honderdste nieuwswatcher-voor-eigen-kring een kramp typen over forelrellen, zouden we haast vergeten om als ziljoenste aardbewoner de verkiezing van Barack Obama een heuglijk feit te noemen en de man zelf een baken van nieuwe hoop voor de wereldgemeenschap. Want het feit alleen al dat die slechte ouwe G.W. Bush zich nu kan gaan concentreren op dat nieuwe hekken rond zijn ranch en dat zijn oompie John hem daarbij gaat helpen is om van te huilen fantastisch nieuws.


Bovendien is Obama nog eens een wereldleider die speecht zoals het hoort, en strekken zijn idealen verder dan 'ban abortion' and 'let's hunt them down'. De badges, de pins, de emocracy, het besef dat de beloofde verandering niet echt voor morgen is en de melige voorpagina van die emo-rukkers van De Morgen, nemen we er dan gaarne bij. Het mag ook zo uitgevochten worden.

En terwijl wij als ziljoenste aardbewoner de verkiezing van Barack Obama een heuglijk feit noemen, zijn er slimmere jonge mensen die besluiten ondertussen te werken aan hun literaire carrière en dichtbundels uitbrengen. Dichtbundels! Ook een heuglijk feit, want zolang dichters een uitgever vinden, is het niet echt crisis.

En terwijl wij ons afvragen waarom we niet daar niet zelf eerder aan gedacht hebben, aan dichtbundels publiceren (we hebben toch allemaal nog wat leuke dingen liggen die we indertijd anoniem naar onbereikbare meisjes verstuurden), beseffen we dat deze jongeman nu een protégé van Gerrit Komrij is (Gerrit Komrij!) en dat hij dat er wel moet bijnemen.

En terwijl wij dat beseffen, zijn wij die M. Inghels dankbaar dat hij de 'dichter voor een nieuwe generatie' wil worden en dat wij buiten onze uren rustig verder kunnen klooien op het internet zonder al te veel ophef te veroorzaken en zonder in de gazet te staan met de titel 'ik wil een literaire hoer zijn' boven onze foto.

En terwijl wij allerlei onleuks insinueren over Gerrit Komrij (die eigenlijk toch een ongewoon straffe schrijver is) en Maarten Inghels (die toch een deksels potje kan dichten), beseffen we dat we weer in de gapende val getrapt zijn van het insinueren dat we wel beter weten, zonder echt uit te leggen waarom. Dat wij ooit -in ontvankelijker jaren - met Humo als koortsmeter een taalgebruik opgebouwd hebben dat grossiert in dit soort truken van de concertzaalbar.

En terwijl wij ons proberen te herinneren hoe dat ooit begonnen is, dat toontje van ons, beseffen we dat wij niet meer weten uit te leggen waarom iets mooi, lief, leuk is. Dat mooi, lief, leuk sowieso begrippen zijn waarin wij niet meer geloven, benoemd door woorden die ook de gewone mensen wel eens gebruiken en die we daarom maar liefst laten voor wat ze zijn, ons veilig beperkend tot vet, gedegen, authentiek, onderbouwd, fijn (enkel indien met licht-ironische bijklank), stukjes over Hugo Claus, woorden op -ing en schrijven in de 'we'-vorm. Change, no we can't.

Wij, dat is ik, die niet zoals zij wou worden.

Geen opmerkingen: